Pagina's

donderdag 20 december 2012

Bericht uit het leven na de dood – Dagmar




Hieronder volgt een passage met goedkeuring van de uitgever Kamerling (01) overgenomen uit het boek: Sigwart, bericht uit het leven na de dood. 

Het was als aanhang bedoeld van het artikel: de Maya's en het jaartal 2012 deel 2. (02) Maar door plaatsgebrek niet in het winternummer 2012 geplaatst. 

Sigwart was een jonge kunstenaar die leefde in Steiners tijd. Hij was op geestelijk gebied innig verbonden aan een groep vrienden.. Hij stierf tijdens de eerste wereldoorlog. Maar na zijn dood bleek het mogelijk te zijn het geestelijke kontakt met de kring (zijn vrienden en verwandten) intakt te houden. Hij begon vanuit de geestelijke wereld mededelingen te geven. Steiner heeft nog bevestigd (in de periode 1915-1925) dat deze doorgevingen authentiek waren.(03) In de kring bevond zich ook Dagmar. Deze overleed later, maar was ook nog in staat om mededelingen vanuit de geestelijke wereld aan de overgebleven kring over te brengen.  Een restrictie t.o.v. de inhoud is dan ook dat Rudolf Steiner (na 1925) niet meer kon bevestigen of dit authentieke mededelingen van gene zijde waren. Sommige passages lijken namelijk ook enigszins gekleurd te zijn door Duits-nationalisme. (1944) Niettegenstaande is de kern van de mededelingen toch in overeenstemming met enkele gebeurtenissen zoals dezer zich bovenzinnelijk hebben kunnen voordoen.In het voorwoord van het genoemde boek wordt dit ook duidelijk door de uitgever zo uitgesproken.

Mededeling van Dagmar 27-11-1944

Vandaag was er een heilig en aangrijpend feest. De soldaten van alle naties beleefden een wijding. In onafzienbare rijen kwamen ze, een stoet die geen begin en einde had, het was geweldig. Ze hadden allen de ogen gesloten als blinden en ze waren geheel naar binnen gekeerd. Ik zag hen voorbijtrekken, zonder geluid en toch hoorde ik de rnelodie der zielen van iedereen afzonderlijk, een melodie in oneindig in­nige en aangrijpende klanken. Zij allen wisten dat zij een belangrijk moment tegemoetgingen en daarom waren zij min of meer afgestemd op de melodie van de 'verwachting'. De woorden ontbreken me om goed uit te drukken wat wij beleefden. Het was zo aangrijpend dat een mens in fysieke omhulling erdoor uit dit dichte kleed geslingerd zou zijn. Wij echter kunnen dankzij onze grotere fijngevoeligheid zulke schokken verdragen. De duizenden schreden zonder geluid te maken op een doel af dat zij alleen maar voelden, dat zij ook met hun geestelijke ogen niet konden zien. Het was als een magneet die hen aantrok om dat ene doel na te streven. Daarna was er stilte, de dui­zenden hadden hun doel bereikt! Geleidelijk zag ik hoe hun geeste­lijke lichamen van boven af werden doorlicht. Zij werden als lichten waarvan het bovenste deel begon te stralen. Het werd steeds lichter en lichter, tot een vlam op elk hoofd zichtbaar werd. Sommigen straal­den verblindend helder, anderen minder, maar allen hadden een licht dat uit hun hoofd ontvlamde. Het werd zo helder dat deze licht­kracht een uitwerking moest vinden. Wij allen die deze grote gebeur­tenis mochten bijwonen, wachtten in de grootste spanning op wat er nu zou gebeuren. Toen voelden wij hoe zich een woord van schep­pende oerkracht begon te vormen. Het groeide en groeide, het door­drong elk deel van ons, tot wij voelden hoe wijzelf uit dit scheppende Woord ontstonden. Het was alsof elk van ons nogmaals geschapen werd, zo geweldig doordrong ons de macht van dit aanzwellende Woord. Allen zonken op de knieën en elke ziel van deze duizenden begon te klinken. Er was licht, woord en melodie. Het is niet moge­lijk om alleen al bij benadering uit te drukken wat wij beleefden toen 'het Woord', dat eerst als scheppende kracht ieder deel van ons wezen doordrong, zich nu verstaanbaar maakte en wij zijn inhoud waarnamen en konden begrijpen. De vlammen lichtten boven de geknielde en ter aarde gebogen soldaten. Het scheppende woord bruiste als een levenschenkende orkaan door hun rijen. Dit was het beleven van de meest geweldige gebeurtenis die ik tot nu toe mocht voelen en aanschouwen. Hoe moet ik wat in ons gebeurd is, schilderen? Onze Christus schonk zichzelf aan iedereen in een grote communie. Toen werden zij allen ziende. Hun geestesogen gingen open en schouwden de Christus! En zij leerden hem kennen die zich aan hen had gege­ven. Dat ontketende een spontane golf van liefde, van diepe eerbied, van onzegbare dankbaarheid en deze golf rolde als de branding van een springvloed naar jullie aarde en doorbrak de donkere laag waar­mee de aarde momenteel is gepantserd. Er ontstonden grote scheu­ren. Het licht stroomde er doorheen naar jullie toe! Het zou jullie verblind hebben, wanneer niet de dichtheid van jullie lichaam daar een bescherming zou vormen. De donkere laag is gebarsten. Uit alle kelen weerklonk een machtig halleluja en deze lofzang drong ook tot de aarde door. Deze miljoenen soldaten hebben nu Christus ervaren. Zij mochten hem bewust in zich opnemen en dat is zo'n geweldige gebeurtenis, dat het in veel van hun incarnaties zal doorwerken. Zij zijn christen geworden, strijders van het licht, want Christus heeft hen overtuigd en, edel of niet, de allesvergevende liefde van de Christus heeft hen gereinigd. Nu hebben ook wij het grote mysterie va n deze oorlog begrepen:
De strijders op de slagvelden
werden gewijd tot strijders voor Christus. (27 november 1944)

 Mededeling van Dagmar 13-12-1944

De vraag die ik in jullie zag opkomen toen jullie de grote mededeling; lazen, wil ik vandaag beantwoorden want ik heb de gebeurtenissen nog beter kunnen doorschouwen. De soldaten die hun opdrachten op aarde nog moeten vervullen en nog niet in het grote leger van de, strijders voor de geest mochten opstijgen, werden in twee grote groepen ingedeeld. De eerste heeft het grote gebeuren nu al meebeleefd,
wanneer die daar rijp en open voor was. De andere groep vormt de tegenpool. Zij blijft als sintels achter. Het grote vuur kon hen niet oplossen. Maar de genade die ook de onrijpen, laten we rustig zeggen onwaardigen, ten deel viel, beleven zij niet, hoewel zij door hun hel­dendood een geweldige voorsprong hebben, hoe primitief en onrein zij ook mogen zijn. Voor hen die nu nog voor het vaderland vallen en naar de geestelijke wereld overgaan, vindt de geweldige gebeurte­nis van het avondmaal en het Pinksterfeest voortdurend plaats. Zij allen worden erbij betrokken en aanschouwen de Christus. Sinds het begin van deze geweldige viering wordt zij voortdurend voltrokken. Wat dat betekent, kan ik moeilijk uitleggen: Onze hele hemelruimte wordt gereinigd door deze niet ophoudende stromen van vervulling. Zij zijn als een bad waaruit ook wij - je zou kunnen zeggen - verjongd te voorschijn komen. Het is alsof alles opnieuw geschapen is. Het Woord van de schepper zwelt zonder onderbreking verder aan en klinkt van de ene laag door naar de andere. Het maakt alles helder en zuiver. Dit is een wisselwerking die onuitsprekelijk gelukkig maakt. Want het Woord van de schepper kon pas klinken door de offers en het inzicht van deze duizenden die deelnamen aan de voltrekking van de openbaring. Zij echter hebben op hun beurt de wegschenkende offerliefde van onze Christus nodig om schouwende en kennende zielenogen te krijgen. Het op elkaar inwerken van Verlosser en ver­losten is een bron waaruit de genadestromen zonder onderbreking vloeien. Veel aardse strijders hebben een volkomen concreet en zicht­haar vermoeden van de gebeurtenissen in de bovenwerelden. Sommi­gen primitief, anderen duidelijker, maar de stroom die het Woord va n de schepper draagt, wordt steeds groter en zijn macht steeds ,geweldiger zodat binnenkort weinigen zich voor deze invloed kunnen afsluiten. Zo gaat de reiniging der sferen van laag tot laag verder. vanaf de hoogste vlakten komt het als een sterrenregen op de aarde \doordringt deze. De oude aarde gaat langzaam als een kelk open; de dauw van de sterren valt daarin. Elk levend wezen drinkt dorstig deze gouden regen en wordt ermee vervuld. Ook in de rijken van de natuurwezens is alles ongelooflijk tot leven gekomen. Zij werken in hun rijk mee aan de vernieuwing van de wereld. Denk allen aan dit gebeuren, vooral gedurende de "heilige nachten'?' . Lees de woorden die de ziener Johannes schreef "In het oerbegin was het Woordwezen en het Woordwezen was bij God en goddelijk was het Woordwezen' dit was in het oerbegin bij God." En dit Woord van de schepper daalt nu trede voor trede af naar alle mensenzielen die van goede wil zijn. Chnstus neemt opnieuw bezit van de aardse schepping. Hij kan dit omdat (anders dan destijds) duizenden hem helpen, de duizenden die hem hun hele wezen schonken opdat zich een nieuwe wereld vormt. Eertijds nam Christus het leed van de mensheid op zich. Vandaag moet het leed de weg voor Christus banen. En boven dit alles straalt net als toen de ster van Bethlehem: Vrede op aarde! (13 december 1944)

Mededeling van de gemeenschap van jullie vrienden in de hemel 25-12-1944.

Wij. willen, geliefden, vandaag getuigen van de lichtboodschap, omdat jullie moeten weten dat onze Heiland door al het lijden van de broe­ders en zusters op aarde de kracht heeft gekregen die hij moet krijgen om zich geestelijk te belichamen. Slechts door dit donker van de nacht waaruit de smartenkreten van miljoenen mensen doordringen, kan hij de fijne substantie nemen die hij voor zijn offergang nodig heeft. ja, het is de tweede offergang en toch anders. De zichtbare wonderen van toen, en alles wat hij als opgroeiende zoon van God deed en liet gebeuren, dat gebeurt nu niet. Nu gebeurt alles innerlijk. Geen uiter­lijke wondertekenen zal hij volbrengen. Maar des te sterker werkt hij aangezien alles wat met het lichamelijke Ik gebeurde dit keer wegvalt en de hulp geheel op het innerlijke is gericht. De wending beeft zich voltrokken, de grote wending van het menselijke inzicht. Het Duitse gebied staat in het middelpunt, vandaar uit stralen deze licht­kegels tot aan de grenzen van de aardbol en bovendien naar de kos­mos van onze sferen. Nog worstelen haat en verbittering, triomf van satanische krachten, met de banen van licht die van leed doortrok­ken zijn. Zij kunnen echter niet meer veranderen omdat zij werden opgenomen in de licht- en krachtbron waarnaar Christus hevig verlangde en die hij nodig heeft voor zijn belichaming in de etherische wereld. Er komt nog geen einde aan maar steeds vloeit het leed, het in geloof en hunkering veranderde leed naar hem toe. Daarom kost het niet veel tijd meer tot onze Heiland de maat van voltooiing van zijn zelfgewilde opdracht geheel heeft gevuld. Verschrikking op verschrikking vervult de aarde maar van uur tot uur wordt het nu lichter. Het gebed doordringt in lichtkegels de zware, duistere massa's der verschrikking!
Leven betekent geloven, Geloven is hoop,
Hoop is kracht,
Kracht is liefde
En liefde is onze Heiland/ Amen.
(25 december 1944)

01. uitgeverij Kamerling
uit een mail :
Maurits, ik wilde je wat vragen.
in het kader van de artikelen die ik bezig ben voor -apokalys nu- te schrijven, had ik ook het idee iets te noemen uit het boek Sigwart en wel met name over de mededelingen van Dagmar in 1944,
het gaat me dan met name om de daar beschreven Christuservaringen (blz.146-147-t/m151),
als ik daarvoor nederlandstalige citaten zou willen gebruiken dan zou ik je willen vragen of je daarmee instemt, daar deze vertalingen van Kamerling zijn.
groetjes Kees
Ja Kees,je mag de citaten gebruiken, mits je vermeldt waar ze uit komen, met een adres van de website (HYPERLINK "http://www.kamerling.eu"www.kamerling.eu).Ik ben benieuwd! Maurits
02. Apokalyps Nu!, december 2012.
03.het verdiend de aandacht om naast het voorword en de inleiding ook de verschillende nawoorden te lezen in het boek: Sigwart - bericht uit het leven na de dood.





terug naar inhoudsopgave

Geen opmerkingen:

Een reactie posten