Pagina's

donderdag 24 december 2015

Un-identified.


Un-identified.

Deze titel maakt direct al duidelijk wat het euvel is van veel literatuur waar Ufo's geduid worden. UFO is een afkorting van Unidentified Flying Object (ongeïdentificeerd vliegend object). We kunnen dan ook gevoegelijk stellen dat alles wat over dat thema gezegd en geschreven is een hoog speculatief gehalte heeft (ook vaak associatief). Immers wat (nog) niet geïdentificeerd is, daarvan valt weinig zinnigs te zeggen. Zou er wel wat zinnigs over gezegd kunnen worden, zou men het over IFO hebben, Identified Flying Object (geïdentificeerd vliegend object).
Nu zijn er toch vele mensen die menen dat het UFO-probleem geheel of gedeeltelijk inderdaad identificeerbaar is, dat ze dus wel degelijk spreken over Ifos. Daartegenover staan ook weer zeer veel andere mensen, die deze identificaties bestuderende tot de conclusie komen dat deze niet op wetenschappelijke wijze te verifiëren zijn of waren.
Een ding is echter wel duidelijk, er zijn gewoon te veel (serieus lijkende) mensen die vertellen over ervaringen met ufo's en de bijbehorende wezens, aliens, buitenaardsen, om het af te kunnen doen als louter alleen een product van een rijke fantasie of zelfs van een verwarde geest. Er moet kennelijk meer achter zitten.
Kortom het thema vraagt om de nodige reflectie en objectiviteit.
De vraag kan gesteld worden, wat (en hoe) zou eigenlijk identificeerbaar kunnen zijn aan vliegende objecten en meer nog aan ervaringen van mensen die met niet menselijke intelligenties gecommuniceerd zeggen te hebben?
Het is niet de intentie om hier uitgebreid verslag te gaan doen van de vele ervaringen waarover mensen berichten. Deze worden als bekend verondersteld of men kan zelf enkele van de hier aangegeven linken naar bronnen vervolgen. (01) Met Google is het aantal hits trouwens ongeveer 76.200.000 resultaten!!!


Identificatiemethoden.

Ondanks de enorme vloed aan informatie lijkt één ding wel vast te staan. Fysieke bewijsstukken van ontmoetingen (encounters) (05)met zowel vermeende ruimteschepen of aliens (buitenaardsen) ontbreken geheel.
Of als de complottheorieën zouden kloppen, zijn/waren ze er wel maar zijn effectief verwijderd door bepaalde belanghebbenden.(02)
Het schijnt dus niet fysiek aantoonbaar te zijn, dat er daadwerkelijk zulke ontmoetingen hebben plaatsgevonden. Toch zijn er legio verslagen van mensen, die zeggen ooggetuigen geweest te zijn, ja zelfs dat er met hen geëxperimenteerd zou zijn na ontvoering. (close encounters). (05) Ook zijn er legio foto's,(01) maar in ons tijdperk van Photoshop en een Hollywood die ons films voortoveren als bijv. Jurassic World met levensecht lijkende dinosaurussen, is ook dat geen bewijs meer. Dat wil niet zeggen dat alle foto's getrukt zijn of gemaakt met de bedoeling om de medemens te misleiden. Maar soms worden bijv. ook aparte wolkenformaties al anders geduid dan overeenkomt met de werkelijkheid. Men ziet ook vaak wat men wil zien. Subjectiviteit genoeg, maar er is juist behoefte aan objectiviteit! ANS oftewel Associatieve Naïeve Speculaties zijn er genoeg.

Afbeelding 1: wolkformatie, door sommigen als Ufo (Ifo) geduid



Dus we hebben te maken met getuigenissen van vele mensen, maar de fysieke bewijsstukken ontbreken. Immers er zijn geen materialen van bijv. gecrashte vliegende schotels, geen dode of levende aliens (waar men bijv. middels DNA in een laboratorium zou kunnen vaststellen dat deze van buitenaardse oorsprong zouden zijn) (02) (03).Ook zogenaamde operaties aan getuigen, litteken weefsel e.d. zijn daar geen bewijs voor, omdat ook vermeende implantaten van buitenaardse oorsprong niet gevonden zijn en zelfverminking niet uitgesloten kan worden. Uiteraard geldt ook hier weer de complottheorie these, dat bewijzen doeltreffend vernietigd zouden kunnen zijn.(02)
Identificatie op deze manier is tot op heden dus niet wetenschappelijk verantwoord overtuigend geleverd. Ook bij graancirkels is niet onomstotelijk vast te stellen dat deze niet van menselijke makelij zouden zijn. Hoewel er mensen zijn die zeggen dat ze zo ontzettend ingewikkeld in elkaar zitten, dat mensen dat niet zouden kunnen fabriceren. Diezelfde mensen weten echter wel dat bijvoorbeeld computerchips ook door mensen gemaakt zijn. Leg die maar eens onder een microscoop.
Maar als we de vele getuigenissen toch serieus willen nemen, moeten we kijken op welk gebied deze veelvuldig beschreven ervaringen misschien wel hebben kunnen plaatsvinden.



Bewustzijnstoestand.

Veel van deze literatuur overziende, kun je tot de overtuiging komen, dat de ervaringen van mensen plaatsgevonden hebben in een veranderde bewustzijnstoestand. Een toestand tussen waken en slapen. (dat kan zowel bij het inslapen of bij het ontwaken zijn). Men beschrijft de dingen als een soort zeer realistische droom, waaruit men ontwaakt is en dan achteraf kennelijk het onderscheid tussen droom en waken niet meer goed kan maken, vanwege de levendigheid en realiteitswaarde van die droom.(45)
De gelijksoortigheid van dit soort ervaringen bij verschillende mensen duidt er dan toch op dat er iets aan ten grondslag moet liggen dat objectief karakter heeft. Van normale dromen weten we, dat deze heel individueel verschillend kunnen zijn, hooguit dat bepaalde archetypen ook steeds weer kunnen terugkeren bij meerdere mensen. Maar ook heldere dromen kan men in het algemeen goed onderscheiden van het waakbewustzijn. Bij de genoemde ervaringen lijkt er wat anders aan de hand te zijn.
In het boek van Keith Thompson: Die andere Wirklichkeit: UFO´s, Engel, Elfen und Spiritualität
(04) omschrijft deze o.a. het volgende:

De gebeurtenissen, in het bijzonder bij Maria verschijningen, lijken zeer op de Ufo verschijnselen. Lichtbollen of lichtschijven dalen uit de hemel neer of zweven boven de bedevaartsoorden en vaak verschijnt er een lichtende gestalte. (04)


De titel van dit boek geeft al de richting aan waaraan door auteur gedacht wordt en waar deze auteur zich bij aan wil sluiten. “De andere werkelijkheid”.
Verderop zullen we wat inzichten die men kan ontlenen aan de antroposofie te hulp roepen om bepaalde verschijnselen nader proberen te duiden.


(de?) Wetenschap.

Eerder werd er al gezegd dat er kennelijk geen wetenschappelijk aanvaarde identificatiemethoden konden worden toegepast op de bovengenoemde categorie encounters , first, second and third kind etc.(05)
Toch is men wel degelijk wetenschappelijk bezig e.e.a. uit te zoeken. Er is een onderzoeksinstituut die de naam SETI (search for extraterrestrial intelligence ) draagt. (06) Deze speuren het wereldhemelruim d.m.v. optische en radio-telescopen af naar tekenen van buitenaards leven en intelligentie. Op een van de satellieten (door NASA) die men de ruimte in geschoten heeft, heeft men zelfs een metalen plaat geplaatst met daarop allerlei gegevens van de aarde, de mens en ons zonnestelsel. Men hoopt dat deze ooit gevonden wordt door buitenaardsen. Daarnaast ook nog een metalen grammofoonplaat met allerlei specifiek aardse geluiden. (07)
Van buitenaardsen word verwacht dat ze de kennis en de techniek hebben om e.e.a. te ontcijferen.

Afbeelding 2: Hoes van de Voyager Golden Record
                                                                   Afbeelding 3: golden record

Als men signalen zou ontdekken die blijk zouden geven van niet aardse intelligentie, dan zou men deze informatie ook als "bewijs" zien, ook zonder de eerder genoemde (ontbrekende) fysiek aardse encounter identificaties. (05+08)
Maar ook deze identificatie methode heeft tot nu toe niets opgeleverd. Behoudens dan weer de theorie van de complotlaanhangers, dat ook hier alle evident bewijsmateriaal onder de vloermat geveegd zou zijn door kwaadwillende instanties. (02)

Het vergaren van fysiek en informatief verifieerbare bewijslast van het bestaan van niet menselijk leven en intelligentie, doet men echter op een heel speciale manier. Men gaat er namelijk bij voorbaat van uit, dat als er zo'n intelligentie bestaat, dat deze moet voldoen aan bepaalde criteria.
Deze intelligentie moet bijv. ook over techniek beschikken, zoals kunnen communiceren middels golven van het elektromagnetische spectrum, Ufo's (eigenlijk Ifos's) kunnen bouwen, bijv. de lichtsnelheid kunnen omzeilen en ze moeten een aan de mens verwante biologie en intelligentie bezitten etc.
Je zou kunnen zeggen, dat de zogenaamde aliens moeten voldoen aan onze antropomorfe projecties.
Als voorbeeld van bepaalde eenzijdigheden die kleven aan deze criteria, het volgende. Als de mens er in zou slagen om zelf een levend grassprietje te scheppen, zonder deze te klonen o.i.d., maar helemaal te ontwikkelen vanuit de grondstoffen (mineralen) waarop deze groeit, dan zou men dat een hoge intelligente (intellectuele) prestatie vinden. Want dat kan men namelijk op dit moment nog niet.
Men begint wel steeds meer wetmatigheden te ontdekken die in de natuur voorkomen, zoals bijv. de reeks van Fibonacci bij o.a. zonnebloemen en vele andere planten (09), maar men beschouwt de wonderen van de natuur over het algemeen niet als de uiting van een intelligentie, behalve dan mensen die het creationisme aanhangen. Met "men" wordt hier de wetenschap bedoeld, wetende dat er niet een "DE wetenschap" bestaat. Zoals verderop zal blijken, heeft men vanuit de antroposofie reden om heel andere criteria op te stellen.
Bovengenoemde eenzijdige zienswijze moet op dit moment echter nog concluderen, dat de mens naast de dieren en eventueel planten, bacteriën, schimmels etc. tot nog toe het enige levende intelligente wezen in het universum is.
De wetenschappelijke logica verondersteld echter op grond van de geschatte afmeting van het heelal, de hoeveelheid melkwegstelsels, sterrenstelsels en zonnen, die bewoonbare planeten zouden kunnen hebben, dat er volop intelligent leven zou moeten zijn. Alleen hebben we (in hun opinie) dat nu nog niet ontdekt omdat de fysieke afstanden in het heelal zo kolossaal zijn. (in lichtjaren gemeten). Ook neemt men aan dat die intelligenties ons aardbewoners ook nog niet hebben gevonden, want anders zouden we al wel fysieke identificatie gehad hebben. (bewijsbare encounters (05). Zo is er een hele cirkelredenatie ontstaan. Uiteraard hier ook weer de opvattingen van de complotdenkers. (02).
Laten we deze huidige bevooroordeelde materialistisch georiënteerde wetenschap even achter ons en richten de blik op een aanschouwing die onze voorvaderen nog hadden. De bril van deze boven beschreven kennismethode dient afgezet te worden, want men wil alleen dat zien wat men wenst te zien en daardoor zien ze eigenlijk niets.



Sprookjes, mythen, religie. (04)

Toegegeven deze subtitel geeft al niet direct de indruk, dat hier nu wel identificeerbare zaken aan de orde zullen komen. We komen in het gebied dat al eerder aangeduid werd, dat van de veranderde bewustzijnstoestand, de andere werkelijkheid.
In de sprookjeswereld is er sprake van grote aantallen niet menselijke wezens. Om er maar wat te noemen, kabouters (gnomen), elfen, salamanders (vuurgeesten) etc. (41)
Ook in de mythologie wemelt het van deze (fabel)wezens al of niet menselijk, weerwolven, sprekende intelligente draken, sprekende dieren, spoken, sfinxen , saters en faunen etc.(39)
In de verschillende religies komen we o.a. tegen : engelen(hiërarchieën), deva's, djinns etc.
Dit alles wordt door de moderne technische mens natuurlijk niet erg serieus genomen, het wordt als bijgelovigheid, fantasie, simpelheid aangezien van die domme voorouders die nog niet beter wisten.
Het is leuk voor de kinderen, net als Sinter Klaas, maar het heeft verder allemaal weinig waarde.
De filmindustrie heeft dit thema echter wel ontdekt en een filmcyclus als ''de ban van de ring'' , met elfen, orks etc. van Tolkien toont al aan dat het wel raakt aan de algemene interesse van veel mensen, evenzo het hele Harry Potter verhaal en nog legio anderen. (10)
Dus kijkend naar een verleden, zien we dat er een tijd was waar men nog niet het idee had, dat de mens het enige levende wezen in het heelal was. De wereld was bevolkt met niet menselijke wezens, die zowel in de aarde als in de hemel boven ons konden leven.
Een schrijver als Erich von Däniken (13), probeerde dan een soort compromis te sluiten. In zijn boek "waren de goden kosmonauten (ufonauten)" wordt een link gelegd tussen aliens en angels. We zouden deze categorie dan ook aliengels kunnen noemen :-)
Tegenwoordig kan met ook vele theorieën op dit vlak vinden, de Elohim, die in de bijbel genoemd worden als goddelijke scheppers van de mens, die in Ufo's op aarde geland zouden zijn en de mens geschapen hebben d.m.v. hun technische kennis. Zo hoor je dat ook i.v.m. Nephilim en Annunaki, Zeta's, Reticulanen , Archonten Reptilians etc. etc. (11). Google ook maar eens op het woord Niburu. (12)
Als onze voorouders bovengenoemde wezens inderdaad waargenomen hebben, dan moet dat in een andere bewustzijnstoestand geweest zijn, want ook uit het verleden zijn ons geen identificeerbare bewijsstukken bekend, ondanks zulke boeken als van Erich von Däniken (13)
Welke bewustzijnstoestand zal dat dan geweest zijn? En waren genoemde wezens dus niet materieel?


Antroposofie.

Degenen die zich bezig hebben gehouden met de geesteswetenschap genaamd antroposofie, kunnen weten dat het inderdaad zo is, dat de mens omgeven is (midden in een geestelijke wereld is) waar talloze niet menselijke wezens existeren. De elementaargeesten in de natuurrijken (41), zowel onderzinnelijk als bovenzinnelijk en de engelhiërarchieën (42) in de sferen om de aarde heen, maar ook inwerkend op de aarde.
Deze wezens zijn niet fysiek zichtbaar maar wel voor mensen met helderziende vermogens te bespeuren, de eerder genoemde veranderde of gewijzigde bewustzijnstoestand, een andere werkelijkheid.
Helderziende vermogens zijn er in soorten en maten. De ingewijde die ook helderziende is begrijpt ook wat hij ziet. Maar er zijn ook soorten helderziendheid, vaak van atavistische oorsprong, die dingen schouwen, zonder deze te begrijpen. (niet alleen op gebied van schouwen, maar ook voelen, horen etc.) Volgens Rudolf Steiner begint er in de 20e eeuw ook een nieuwe natuurlijke vorm van helderziendheid zich te ontwikkelen, het ether helderzien.(14)
Deze bestond vroeger ook al op andere wijze, raakte verloren, maar komt weer terug, maar nu tezamen met het vermogen om daarbij te kunnen denken, met een ontwikkeld ik-bewustzijn.
De lezer begrijpt nu misschien al waar de auteur naar toe wil.
Het is goed mogelijk dat wat men vroeger schouwde en bijv. de naam gnomen gaf, nu door de bril van de moderne technische mens, gezien worden als kleine grijze dwergen, zoals bijv. in een film over Roswell getoond wordt. (15) de zogenaamde greys. (Er zijn nog legio andere namen in omloop).
Zoals men, als men kijkt door een bril met gekleurde glazen, een beeld krijgt dat vertekend en gekleurd is, zo kan ook onze moderne opvoeding in een technologische wereld voor een inkleuring van de (op)nieuw geschouwde wezens zorgen. Veel getuigenissen pleiten ervoor dat juist dit soort schouwen vaak plaatsvind. Juist op het moment tussen slapen en ontwaken, een overgangsfase.
Bovenstaande is slechts een summiere bijdrage i.v.m. het toepassen van de verworven kennis uit de antroposofie op dit thema. Uitvoeriger wordt er hier op ingegaan. (16+36)
Bij diverse schrijvers die vanuit antroposofische gezichtspunten denken (36) is er geopperd, dat de opkomende nieuwe helderziendheid misschien niet bewust door de mens wordt opgenomen en daardoor in een ahrimanisch tegenbeeld verkeerd kan worden. Engelen worden aliens. Een heel belangrijke voordracht van Steiner: wat doen de engelen in ons astraallichaam (17) geeft aanleiding om te beschouwen wat er kan gebeuren als dit werk van de engelen niet bewust opgenomen wordt.
De auteur Hans Bonneval beschrijft het in deze woorden: (16)
In het ontwikkelingsplan van de mensheid is voorzien, dat in onze tijd met een spontaan optredende helderziendheid de mensen beginnen hun (bescherm) engelen te schouwen . De op deze wijze ervaren engel zou dan de aan hun toevertrouwde mens binnenvoeren in de geestelijke geheimen van het aardse sociale leven. (17) op deze wijze zou het samenleven van de mensen op volkomen nieuwe wijze vorm kunnen krijgen. Echter hangt het lukken van dit plan af van de mate waarin de mensen daarin geïnteresseerd zijn.
Als onvoldoende mensen zich zouden interesseren voor dit werk van de engelen, dan zou de hele ontwikkeling een ongunstige wending kunnen nemen. Het komt er daarom zeer erop aan om in onze tijd opmerkzaam te zijn op dat wat mensen innerlijk beleven. Het mag – aldus Steiner - niet verslapen worden, wanneer mensen beginnen hun engel te schouwen. Er zijn echter ook mensen, die er een grote interesse in hebben, de mensheid niet tot het beleven van hun engel te laten komen. Steiner spreekt in deze samenhang over occulte loges en ordes, welke massief in het wereldgebeuren willen ingrijpen.

Als we Rudolf Steiner ernstig zouden nemen, dan zouden we ons moeten bezighouden met wat mensen heden innerlijk ervaren . Beleven ze Ufo's of hun engel? En zelfs als het de engel is, hoe ervaren ze die? Want er zijn talrijke mogelijkheden om zich te vergissen, zoals bijv. ook visioenen stammend uit de achtste sfeer, waardoor de mensen alle mogelijke beelden beleven, zonder dat deze waar of werkelijk zijn en dit met als gevolg de allergrootste schade voor de enkeling en de hele mensheid en ook de engelen.(16)
Het thema 8e sfeer i.v.m. Ufo's komen we ook bij Sergej Prokofieff tegen.(18) Daarover later meer. (40)
Onderstaand gaan we nog wat verder in op concrete uitspraken die Rudolf Steiner gedaan heeft vanuit zijn geschoolde helderziende schouwen. Hij legt dan zelf uit wat deze scholing inhoudt.


Afbeelding 4: Gnoom                                                                        Afbeelding 5: Alien

Planeetbewoners.

Er werd al gerefereerd. Als mensheid bevinden we ons te midden van een geestelijke wereld, die echter met fysieke zintuigen niet zichtbaar is. Eerst na de dood als de mens zijn fysieke omhulsel heeft afgelegd komt de mens bewust in die sferen van deze andere wezens. En zoals ook gezegd, (geschoolde) helderzienden hebben nu al contact met deze wezens. (03) (bijv. de zich helderziend noemende Robbert van den Broeke word niet bedoeld als er over “geschoold” gesproken wordt). Rudolf Steiner beschrijft dat de mens na de dood het volgende soort proces meemaakt. Nadat het fysiek lichaam is afgelegd en kort daarop ook het levenslichaam (etherlichaam) en met het kamaloka tevens een reis van de menselijke entelechie door de planetensferen een aanvang neemt. Een planeetsfeer is de sfeer die gekenmerkt wordt door de bolvorm die ontstaat als de zon (of een planeet) als middelpunt gekozen wordt en de planeet zich op de straalafstand bevindt. (19)
Anthrowiki:

 Afbeelding 6: maansfeer
 Elke bestaande planeet, of beter gezegd, de daarbij behorende planetensfeer, wordt door wezens bevolkt, werd er in het oude Griekenland en in het oude Rome door occultisten over een planeet gesproken, dan werd daarmee de totaliteit van de geesten bedoeld welke deze bewonen. Dus de maan is de thuisbasis van de Engelen, Mercurius van de Aartsengelen, Venus van de Archai (oerkrachten), de zon door de Elohim (geesten der vorm), Mars van de Machten (geesten van de beweging) en Jupiter van de Heerschappijen (geesten van de wijsheid). Het begrip Saturnus was identiek met de wezens die men Tronen (geesten van de wil) noemt.(19) (benamingen zie ook noot 30)
Van de diverse planeten doordringen de sferen elkaar. De fysieke planeet is als een soort brandpunt voor de gehele spirituele sfeer die door de bolvorm omschreven wordt.(19) De mens (als hoger ik) doorloopt achtereenvolgens de verschillende sferen tot voorbij de Saturnussfeer. Dan volgt wat genoemd wordt het middernachtelijke uur (20), de sterrensfeer en dan volgt de terugkeer door de sferen heen naar een nieuwe incarnatie. In elke sfeer worden bepaalde vermogens verzameld m.b.v. en o.l.v. hogere wezens. Dit is natuurlijk slechts een heel beknopte beschrijving. Er kan nog toegevoegd worden dat de engelhiërarchieën (42) elk in een andere planetensfeer hun woonstede hebben. (19). De mens op zijn reis ontmoet dan ook steeds weer een andere categorie wezens. Later komen we hier nog op terug.
In de volgende citaten belicht Steiner dit op nog weer een andere manier. Het is echter de vraag als hij over bijv. Marsbewoners spreekt, of hij daarmee de meer fysieke planeet bedoeld of de bolvormige sfeer als hierboven geschetst.
Afbeelding 7: planetensferen




Denkt u eens, dat ook voor de bewoners van Mars, die in het bijzonder bij Mars horen, een mens, die daar leeft tussen de dood en een nieuwe geboorte, door het Marsbestaan kan heen gaan, zonder in beroering te komen met de Marswezens. Hij ziet ze niet, zij zien hem niet,. Zo is het ook voor de aarde. Door de aardesfeer heen gaan voortdurend wezens, die eigenlijk tot andere planeten behoren, zo als de mens bij de Aarde hoort. Marsbewoners leven hun reguliere leven op Mars, en tussen hun belevenis, dat overeenkomt met onze dood – het is weliswaar wat anders – en hun nieuwe leven op Mars, volvoeren ze de doorgang door de andere planeten. Zo dat daadwerkelijk bewoners van andere planeten voortdurend door onze Aardesfeer heen trekken. De Aardemensen kunnen niet met hen in verbinding treden, omdat ze onder totaal andere bestaansgronden leven en omdat ze onder deze omstandigheden ook geheel geen betrekkingen aangeknoopt hebben op Mars met deze wezens. Wat zou er dan nodig zijn om deze reizigers door de Aardesferen, die eigenlijk tot andere planeten behoren, te ontmoeten? Het zou nodig zijn, dat men punten van beroering met hun ontwikkeld had op hun eigen planeet. Dat kan men alleen, wanneer men hier op aarde reeds bewust door de ontwikkeling van bovenzinnelijke krachten met andere dan Aardewezens in betrekking komen kan. Zo kan inderdaad de mogelijkheid ontstaan, dat bij diegenen, die een hogere geestesscholing doorgemaakt hebben, ook een ontmoeting kan plaatsvinden met de reizigers van andere planeten. En van hen kan worden ervaren, hoe het Marsbestaan (als voorbeeld) is. (22)

En hoe meer zich een zienersblik ontwikkeld, des te verder de geïnitieerde ziet, des te meer Aardevreemde zielen ontmoet men, des te meer ervaart men, dat er door de Aardesfeer heen migranten gaan, die eigenlijk, men zou willen zeggen, normaal gezien niet met het aardeleven samenhangen. Dat is echter niet anders voor ons Aardemensen, als het voor de Maanbewoners is, door wiens leven we immers ook tussen de dood en een nieuwe geboorte trekken. We zijn in zekere mate, als we de sfeer van Mars bijvoorbeeld doortrekken, voor de Marsbewoners spoken; wij gaan daar door hun sfeer heen als vreemde wezens. Zo zijn echter ook de wezens van Mars in een bepaald stadium van hun bestaan in zekere zin veroordeeld om door onze Aardesfeer heen te gaan; zij komen er doorheen, en de van een zekere initiatie voorziene mens treft ze zo te zeggen door de betreffende toestanden van hun doortocht aan. Het is een voortdurend aan elkaar voorbij gaan van de wezens van ons planetenstelsel. Terwijl wij op de Aarde leven tussen de geboorte en de dood en vaak menen, dat we door niets anders omgeven zijn dan de verschillende natuurrijken, zijn in onze omgeving, de migranten daar van alle andere planeten van ons planetensysteem. En net zo zijn wij reizigers (migranten) op een bepaalde tijd tussen de dood en een nieuwe geboorte bij de andere planetaire mensen, als we dat zo zeggen mogen. Het is alleen zo, dat wij mensen op de Aarde juist het wezenlijke van datgene te ontwikkelen hebben, wat binnen de tegenwoordige wereldcyclus onze missie is. Evenzo zijn aan de andere planetaire werelden andere wezens toegewezen.(23)

Het volgende impliceert dat het mogelijk is dat er ook fysieke incarnaties op andere planeten (niet sferen) mogelijk zijn.

Men kan alleen op aarde sterven, in de fysieke wereld of in de werelden, welke in de ontwikkeling op onze aarde lijken., en alle wezens, die hiërarchisch hoger staan als de mens hebben geen kennis van de dood, ze kennen alleen verschillende bewustzijnstoestanden. (GA 152, S. 39) (24)


Het lijkt er op dat Steiner dus ook andere wezens beschrijft die niet tot de engelhiërarchieën behoren.

Steiner beschrijft een stuk ontwikkelingsgeschiedenis van aarde en mensheid. In de Lemurische tijd (Genesis in bijbel) toen de Maan zich nog in de aarde bevond, ontstond er een situatie dat de mens zich niet meer goed kon incarneren. Een verharding van de lichamelijkheid was daarvan de oorzaak. Geestelijke wezens hebben toen de materie van de maansubstantie uit de aarde genomen en deze buiten de aarde geplaatst. Behalve de scheiding in geslachten werd het daarna ook weer mogelijk voor de mensen om te incarneren. De lichamen waren weer plastisch geworden. In die moeilijke tijd kon eigenlijk alleen het geslacht van Adam en Eva geïncarneerd blijven. Gedurende de tijd dat het incarneren heel problematisch was door de verkeerde ordening van de fysieke lichamen voordat de maan uitgetreden was, waren de overige zielen uitgeweken naar andere planeten,waar de omstandigheden om te incarneren gunstiger waren.
Na de Lemurische tijd, toen de lichamen op aarde weer meer geschikt waren voor het incarnatieproces , in de Atlantische tijd, keerden er zielen van de andere planeten respectievelijk terug om zich na lange tijd opnieuw op aarde te belichamen. Dit legde tevens de grondslag voor het ontstaan van de verschillende rassen (25)
De volgende citaten gaan hierop in:
Lemurië: Na de scheiding van de Maan konden de zielen, die in de tijd daarvoor zich niet konden incarneren vanwege de zich verhardende aardse lichamen en daarom de andere planeten bevolkten, weer geschikte lichamen vinden. Er vormden zich overeenkomstig het planeetverblijf verschillende mensengroepen. Deze groeperingen van zielen was de reden van het ontstaan der menselijke rassen. (25) (26)

,,,Daarmee echter hing het volgende samen: Gedurende de uittreding van de Maan was de aarde verlaten. We hebben gehoord, dat de lichamen zo slecht geworden waren, dat ze de zielen niet meer konden herbergen. In de sagen zijn zulke kosmische gebeurtenissen bewaard gebleven, maar het occulte onderzoek, die toont hun ware oorsprong en leert ons, dat, gedurende de uittreding van de maan terwijl de Aarde verlaten was, veel zielen in de kosmische ruimte naar passende incarnaties (Verkörperung ) zochten en dan weggingen van de Aarde en op andere planeten zich belichaamden (Verkörperten). Nu echter, nadat de Maan weg was, bleek, dat de Aarde weer in staat was, passende lichamen te bieden. En nu kwamen ook de zielen weer op aarde terug, die naar de andere planeten al in de laatste tijd van Lemurië gegaan waren, en daarna in de Atlantische ontwikkeling, en ze incarneerden zich weer in deze lichamen op de aarde. Er vormden zich nu op de Aarde mensengroepen: zulke, die lichamen hadden voor zielen, die van de Jupiterincarnaties kwamen, voor degenen die van Mars, Venus of Saturnus kwamen en nu het bij hun passende vonden. Deze groepering van zielen was de oorzaak voor het ontstaan van de mensenrassen. Daarom zijn de rassen in een zekere samenhang met de wereldlichamen. Zo kon men dus van Saturnusmensen, Jupitermensen enz. spreken, en nu had ook voor het eerst zin ,wat men het rassenbegrip noemen kan. (27)

Bovenstaande citaten geven o.a. aanleiding tot de volgende overpeinzingen. Hoewel het moeilijk is te onderscheiden tussen planeetsferen en de fysieke planeten, lijkt het er toch op als er over "belichaming" op andere planeten gesproken wordt, het daar gaat over lichamen op de fysieke planeet. Je kunt je dan ook afvragen of in de Atlantische tijd alle zielen teruggekomen zijn naar de aarde? Zijn er ook zielen en of ook lichamen op de planeten achtergebleven, zogezegd als nazaten? Kunnen er in deze lichamen nog oer-menselijke entiteiten huizen of zijn het hulsels geworden waarin andere wezens hun behuizing hebben kunnen vinden? Hun eigen ontwikkeling middels deze lichamen daarin kunnen voortzetten?
Het volgende citaat nuanceert weer enigszins het thema incarneren of belichamen, want wat kunnen we eigenlijk verstaan onder "geestelijke belichamingen"? ( geistige Verleiblichungen)

Op aarde leven wij tussen geboorte en dood. Tussen dood en nieuwe geboorte staat de mens in een bepaalde verbinding met de andere planeten. U vindt in mijn boek “Theosofie” beschreven het kamaloka. Dit verblijf van de mensen in de zielenwereld is een tijd, waarin de mens een Maanbewoner wordt. Dan wordt hij een Mercuriusbewoner, dan een Venusbewoner, dan een Zonnen-, Mars-, Jupiter-,Saturnusbewoner en dan een bewoner van het verdere hemel- of wereldruim. Men spreekt niet onjuist, als men zegt, dat tussen twee incarnaties op de aarde, belichamingen (Verkörperungen ) op andere planeten liggen, geestelijke belichamingen ( geistige Verleiblichungen) (21-28)

Deze teksten van Steiner lezende van Lemurië, en uitgeweken menselijke geesten naar andere planeten is het des te opmerkelijker het verhaal van een 7 jarige Russische jongen Boriska te lezen. Je weet natuurlijk niet of deze jongen beïnvloed is door volwassenen, of zelfs dat het hele voorval gefantaseerd is, maar toch een opmerkelijk verhaal.

Leden van een anomalie-expeditie naar het noorden van de Volgograd regio vertelden me het verhaal van de wel heel bijzondere jongen Boriska. “Moet je je voorstellen, alle expeditieleden zaten op een avond rond het kampvuur toen een kleine jongen van ongeveer 7 jaar oud plotseling ieders aandacht vroeg. Hij wilde vertellen over zijn leven op Mars, de Marsbewoners en hun reizen naar de Aarde,” vertelde een getuige van het voorval aan mij. "Iedereen viel stil en luisterde naar het kleine jongetje met de levendige ogen. Anderhalf uur lang vertelde hij over een Martiaanse beschaving, megalithische bouwwerken, ruimteschepen en over het verloren land Lemurië. Hij zou in een vorig leven van Mars gekomen zijn en hij had vrienden op Aarde die woonden in Lemurië.” Eén van de expeditieleden had door dat hier iets bijzonders gebeurde en heeft het verhaal op tape vastgelegd. De toehoorders waren met name verbijsterd over de kennis die deze 7-jarige had over de onderwerpen, zijn verstand leek in niets op dat van de gemiddelde jongen van die leeftijd. (38).

Een ander thema bij Steiner, maar toch verwant is het volgende. We gaan er niet uitvoerig op in, verwijzen slechts naar bronnen (29).
Aangezien we in een zonnestelsel leven, waar alles met elkaar te maken heeft. Boven is al aangeduid hoe de verbanden met de verschillende planetensferen liggen. Mars stond vanouds bekend als die planeet, die invloed had op de agressie en de oorlogszucht van de mensen op aarde. De romeinse God “Mars” was dan ook de oorlogsgod. Maar net zo als op aarde het Mysterie van Golgotha heeft plaatsgevonden om in te grijpen in de menselijke evolutie. Zo is er ook iets gelijksoortigs in de Marssfeer gebeurd. Om de oorlogszuchtige werking die van Mars(wezens) uitging te harmoniseren, werd Boeddha als grote menselijke entiteit, die de leer van medelijden en liefde op Aarde gebracht had door de geestelijke wereld ingezet om de agressieve sfeer van Mars om te vormen. Steiner noemt wat daar gebeurd is vergelijkbaar op kleinere schaal met het Mysterie van Golgotha op aarde.
Geïnteresseerden kunnen de aangegeven bronnen er op na lezen. (29)

In een ander artikel (30) van auteur is al eens aandacht geschonken aan de zogenaamd gevallen geesten (apocalyps Johannes) en hoe ze zich middels menselijke lichamen na het jaar 1879 proberen te manifesteren. Er zijn geesten die in een vorige planetaire fase van de aarde achtergebleven zijn, toen een fysiek lichaam hadden, maar nu tijdens de aarde ontwikkeling zonder zo'n lichaam zijn en derhalve lichamen van andere wezens behoeven om hun achterstand in te halen. Engelen bijvoorbeeld hebben geen fysiek lichaam, hun laagste lichaam is een levenslichaam (etherlichaam).
Steiner spreekt o.a. over gevallen ahrimanische geesten. Ahrimanische geesten hebben een grote affiniteit met techniek, ze zijn ook de inspirators van de technologische ontwikkelingen op aarde in zoverre deze materialistisch zijn. Deze functie kunnen ze ook hebben middels incarnaties in lichamen die op andere planeten beschikbaar zijn. In deze context is de term “fallen angel technology” wel apart gevonden. (43),

Een fysiek wezen, dat wil nog niet altijd zeggen dat deze met normaal ontwikkelde zintuigen zichtbaar hoeft te zijn aldus Steiner. Van gnomen bijv. zegt hij dat hun hoogste lichaamsdeel fysiek is en de overige in de zogenaamde ondernatuur (elementenrijken (31) te vinden zijn, in het bereik van de zwaartekracht, magnetisme,elektriciteit etc. Een fysiek lichaam dat niet opgevuld is met minerale substantie zoals het biologische lichaam van mens en dier hoeft niet zichtbaar te zijn.


Elementaargeesten, ahrimanische gnomen.

De mens met een veranderd bewustzijn, kan niet alleen de door de aardesferen heen trekkende planeetbewoners waarnemen (welke waarneming gekleurd kan worden door de cultuurbril die hij op heeft), maar ook een aantal natuurwezens waaronder de eerder genoemde gnomen of aardmannen. Wezens die wel fysiek kunnen werken, maar toch voor het merendeel der mensheid onzichtbaar zich voortbewegen. Steiner beschrijft hun lichamelijkheid zo, dat ze zich zonder moeite dwars door gesteenten en ertslagen heen kunnen bewegen, zoals vissen door het water en landdieren en mensen door de lucht. Hun fysieke lichamelijk bestaat daarbij uit zwaartekracht. (32) Er is een categorie van deze wezens, die onder invloed van ahrimanische machten is gekomen. Er zijn ook verhalen van mensen die spreken over een holle aarde, waar wezens zouden wonen. Dit kan zo'n gekleurde visie zijn vertaald in moderne begrippen van wezens die door de materie heen kunnen bewegen. (32) Voor deze fysieke wezens lijkt de aarde hol.
Het is denkbaar dat dergelijke wezens (door hun affiniteit met techniek) mede oorzaak zijn van een aantal ervaringen die diverse mensen beschreven hebben als encounters met ufo's.. (05)
Hier wordt nu niet uitvoerig ingegaan op een thema dat Steiner hiermee ook in verband lijkt te brengen, n.m.l. de "achtste sfeer".(33) Mogelijk komt dat later in een ander artikel nog aan bod. Ook het thema mechanisch occultisme wordt hier nu niet verder onderzocht in de samenhang met de zogenaamde ondernatuur. (34) In een artikel over transhumanisme (35) heeft de auteur echter al wel een eerste aanzet daartoe gegeven. Wat hier ook (nog) niet meegenomen is, is of de natuurwetten zoals wij die in ons zonnestelsel kennen ook geldigheid hebben in andere sterrenstelsels.

Steiner o.a. over kabouters (gnomen):

Nu, ik zei reeds, ons lichaam vormt in feite een belemmering om zulk een volkje waar te nemen. Op hetzelfde moment dat het lichaam niet meer zo’n belemmering vormt, zijn deze wezens aanwezig, zoals andere natuurwezens zichtbaar zijn. En wie het zo ver heeft gebracht, bij vol bewustzijn de inslaapdroom te beleven, die kent deze kabouters zeer wel. U behoeft zich alleen te herinneren wat ik onlangs, juist over de droom in het tijdschrift‘ Das Goetheanum’ heb uitgewerkt. Ik zei, dat de droom feitelijk niet in zijn ware gestalte in het gewone bewustzijn komt, maar dat hij een masker draagt. De inslaapdroom draagt ook een masker. Als we het gewone bewustzijn verlaten, verlaten wij niet meteen, wat we overdag of anderszins beleefd hebben: reminiscenties, herinneringsbeelden uit het leven, of symbolen, zinnebeelden van inwendige organen: het hart als kachel, de long als vleugel, enz. fungeren als symbolen. Dat zijn maskeringen. Zou de mens de droom ongemaskerd zien, zou hij overgaan in de slaaptoestand en in die wereld binnentreden zonder dat de daar aanwezige wezens zich maskeerden, dan zou de mens, juist bij het inslapen, dit hele leger van kabouters zien. Die zouden hem tegemoet komen.De mens is er evenwel voor behoed om deze dingen onvoorbereid waar te nemen, omdat hij ervan zou schrikken. Want zij vormen in de gedaante waarin zij de mens daar tegemoet treden, eigenlijk afbeeldingen van al datgene wat in de mens werkt als afbrekende krachten. De mens zou alles waarnemen wat in zijn wezen werkt als vernietigende krachten, als iets wat voortdurend afbreekt. En deze kabouters zouden, onvoorbereid waargenomen, zich voordoen als louter symbolen van de dood.De mens zou daarvan ontzettend schrikken, als hij er voor zijn gewone verstand nooit van zou hebben gehoord en ze hem nu bij het inslapen tegemoet zouden komen en hem om zo te zeggen zouden begraven. Want zo zou het er uitzien, begraven worden daarginds in de astrale wereld. Want het is een vorm van begraven-worden door de kabouters, hetgeen daar bij het inslapen, van daarginder uit gezien, gebeurt.Nu, dat geldt eigenlijk alleen voor het moment van het inslapen. (45)

Sergej Prokofieff beschrijft in zijn boek (18+40) waar ook gesproken word over Shamballah, als het land van het nieuwe etherhelderzien (44), dat occultisten ,zoals de besproken Roerichs onbekende vliegende objecten beschrijven. Hij verklaard dit als een fenomeen uit de achtste sfeer. Door zwartmagische handelingen is het mogelijk geworden om imaginaties te verdichten, met materie te impregneren, dewelke dan als hallucinaties voor mensen zichtbaar worden.

Terwille van de lengte van dit artikel is heel veel nog helemaal niet genoemd en van veel is ook maar summier iets aangestipt. Over het thema is vanuit antroposofisch gezichtspunt ook nog niet heel veel geschreven. (36) en ook daar is het speculatieve gehalte soms hoog, waar new age om de hoek komt kijken. Misschien wordt ook dit artikel wel als zodanig ervaren.
Daarentegen is er vanuit andere perspectieven al ongelofelijk veel over gepubliceerd en gespeculeerd. (01)

Een serieuzer boek (niet uit antroposofische hoek) lijkt te zijn van Colin Wilson, die ook ingaat op het thema veranderde bewustzijnstoestand:

De auteur is een bekend schrijver op het gebied van religie, spiritualiteit en mystieke ervaringen. In dit boek doet hij verslag van een diepgaand onderzoek naar ervaringen met UFO's en (ontvoeringen door) z.g. buitenaardse wezens. Hierbij toont hij zich doortastender dan de meeste andere recent verschenen boeken over dit onderwerp. Een belangrijk verschil is dat hij aannemelijk maakt dat UFO's en verschillende soorten aliens tot andere dimensies behoren, d.w.z. tot werelden (parallelle universa) die dwars door onze ruimte heen bestaan maar door hun andere energie-trillingsfrequentie doorgaans onzichtbaar blijven. Sommige gevoelige mensen kunnen daarvan in bepaalde omstandigheden echter iets waarnemen, hetgeen vaak shockerend is - vergelijkbaar met de waarneming van geesten van overledenen e.d. Het een en ander werpt een nieuw licht op de aard van ons bewustzijn en de werkelijkheid als geheel. Zeer goed gedocumenteerd, met zw.--w. foto's, uitgebreide bibliografie en trefwoordenregister. Op het kaft een schildering van een 'grijze', een van de soorten aliens. Een boek dat veel andere overbodig maakt!
(Biblion recensie, P.O. Kampschuur.) (37)

De toekomst zal uitwijzen of het ook nog eens echt mogelijk wordt om daadwerkelijk Ifo's te beschrijven met hun aliengels als kosmonauten.
Met het naderbij komen van nieuwe vormen van helderziendheid vallen de scheidslijnen steeds meer weg tussen fysiek en boven- en onderzinnelijk. (34) Daarmee valt ook de bescherming weg die we genoten door het niet zien en het niet weten. We zullen ons daar in de toekomst steeds meer mee moeten gaan uiteenzetten. Inzichten vanuit de antroposofie kunnen daarbij mogelijk behulpzaam zijn.


Noten

01. diverse bronnen, artikelen en youtube filmpjes (slechts een zeer kleine selectie) variërend van serieus tot pure humbug: http://www.ufocasebook.com/bestalienpictures.html, beeldmateriaal

youtube filmpjes:

boeken:
http://www.bol.com/nl/p/ufo-s-bestaan-gewoon/9200000009985136/?bltg=itm_event%3dclick%26pg_nm%3dpdp %26slt_id%3dprd_reco%26slt_nm%3dproduct_recommendations%26slt_pos%3dC1%26slt_owner%3dccs %26itm_type%3dproduct%26itm_lp%3d1%26itm_id%3d9200000009985136%26itm_role%3din

02. complottheorien; https://www.youtube.com/watch?v=LL-p3D3gUcc

03.
De ook van TV bekende "helderziende" Robbert van den Broeke gaat wel heel erg ver in zijn claim fysieke bewijsstukken van aliens in zijn ijskast te hebben liggen. Het spreekt wel vanzelf dat deze nooit in een objectief laboratorium zullen terechtkomen.

04. http://antropocalypsearchief.blogspot.nl/2015/11/die-andere-wirklichkeit-ufos-engel.html, Die andere Wirklichkeit: UFO´s, Engel, Elfen und Spiritualität van Keith Thompson
09. wetmatigheden in de natuur Fibonacci: http://www.scientias.nl/fibonacci-in-de-natuur/
10. https://nl.wikipedia.org/wiki/In_de_ban_van_de_ring en https://nl.wikipedia.org/wiki/Harry_Potter en een artikel van auteur: http://antropocalypse.blogspot.nl/2012/09/5a-harry-potter-witte-magie-mani.html
11. http://www.mt.net/~watcher/noah.html Nephilim
12. http://www.niburunl.nl/
13. Erich von Daniken: waren de goden kosmonauten? http://www.bol.com/nl/p/waren-de-goden-kosmonauten/666762638/.
14. nieuwe helderziendheid: in de volgende artikelen over de Maya's heeft de auteur daar over geschreven: http://antropocalypse.blogspot.nl/2012/11/mayas-en-het-jaartal-2012-21-december.html en http://antropocalypse.blogspot.nl/2012/12/de-mayas-en-het-nieuwe-tijdperk-2.html
15. Roswell: ,https://nl.wikipedia.org/wiki/Roswellincident
16. Hans Bonneval: Die Offenbarung der Engel und die achte Sphäre -
Erleben wir Ufos oder Christus und Angelos?
http://www.denkschule-hamburg.de/code/buch_engel.htm
17. R.Steiner: wat doen de engelen in ons astraallichaam: http://antropocalypse.blogspot.nl/2011/09/hoe-werken-de-engelen-in-ons-astrale.html
18. Sergej Prokofieff over ufo en 8e sfeer.: Der Osten im Lichte des Westens Band 1: Die Lehre von Agni Yoga aus der Sicht der christlichen Esoterik blz. 36, 89-90 en 150.
19. http://anthrowiki.at/Planet planetensfeer
20. http://anthrowiki.at/Weltenmitternachtsstunde middernachtelijke uur ;
21. GA 130, blz. 318 Hamburg, 11. Juni 1912
22. GA 140. blz. 235 Frankfurt, 2. März 1913 (ook Boeddha op Mars)
23. GA 140. blz. 275 München, Zweiter Vortrag, 12. März 1913
24. GA 152, blz. 39
25. dat er tegenwoordig mensen zijn , die Rudolf steiner van racisme beschuldigen (ook binnen zogenaamd antroposofische kringen), toont aan dat ze niets begrepen hebben van diens uiteenzettingen op dat gebied, zoals hier te lezen is, hebben rassen een hele ontstaansgeschiedenis.
26. GA 109, 08.06.1909, Budapest
27. GA 109 Budapest, 9. Juni 1909
28. GA 130, blz. 318
29. bronnen Mars en Boeddha ;http://vrijgeestesleven.be/diabasis/b25mars.htm , http://vrijgeestesleven.be/diabasis/b25boed.htm
30. http://antropocalypse.blogspot.nl/2012/09/christus-en-de-tegenstrevende-machten.htmlelementenrijken: http://anthrowiki.at/Elementarische_Welt, http://anthrowiki.at/Elementarwesen, http://anthrowiki.at/Elementarreiche, en zie natuurgeesten: http://users.telenet.be/antroposofie/vanaf40/b64dd.htm#03, http://anthrowiki.at/Wesensglieder_der_Elementarwesen
32. Zwaartekracht als fysiek lichaam gnoom; http://anthrowiki.at/Gravitation
33. achtste sfeer: http://anthrowiki.at/Achte_Sph%C3%A4re
34. ondernatuur ; http://anthrowiki.at/Untersinnliche_Welt, http://anthrowiki.at/Ahriman-Schule
35. transhumanisme ; http://antropocalypse.blogspot.nl/2012/09/5b-antroposofie-en-transhumanisme.html
36. antroposofisch geinspireerde auteurs over ufo's:
http://www.amazon.de/Au%C3%9Ferirdische-Intelligenz-Realit%C3%A4t-oder-Illusion/dp/B00UIP93NW
Außerirdische Intelligenz - Realität oder Illusion Broschiert – 1993 von K. H. Türk (Autor)
http://www.odysseetheater.org/ftp/anthroposophie/Anthrowiki/AnthroWiki_10.pdf
http://www.antroweb.nl/html/graancirkels2
http://mikeondoor-news.de/ufos-ja-oder-nein/
http://vrijgeestesleven.be/vanaf40/b55a-htm.htm#005
http://www.zachariel.nl/pdfversies/ufo.pdf
Georg Unger ; Flying saucers, 1958. http://www.amazon.com/Flying-saucers-Physical-spiritual-aspects/dp/B005WVYXNM
Max Rebholz ; http://anthrowiki.at/Ufo-Frage
37. Colin Wilson ; link http://www.bol.com/nl/p/aliens-aan-de-horizon/666831044/
38. http://www.runningfox.nl/overigeartikelen/boriska.htm Boriska
39. saters en faunen ; http://vrijgeestesleven.be/vanaf70/b82/b82a.html#04
40. Prokofieff 8ste sfeer (zie 18); daar blz. 36, 89-90 en 150.
41. elementaargeesten: zie noot 30
42. engelhiërarchieën, enkele genoemd in volgend artikel: (zie noot 30)
fallen angel technology: https://www.youtube.com/watch?v=7ZlWdmX1yFM&feature=youtube_gdata_player
43. Steiner over Shamballah ivm de wederkomst van Christus GA 118, 6-3-1910 nieuwe helderziendheid
44. http://vrijgeestesleven.be/vanaf70/b82/b82a.html#04 inslaapdroom
45. diverse duidingen: https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Hallucinatie, https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Hypnopompie, https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Hypnagogie, https://nl.m.wikipedia.org/wiki/Slaapverlamming,



Kees Kromme
dit artikel komt ook op volgende blog te staan. Aldaar is het mogelijk om reacties in te sturen.





















Bronteksten (duits) die (vrij) vertaald zijn:

Die Ereignisse, insbesondere bei Marienerscheinungen, sind den UFO-Sichtungen sehr ähnlich: Helle Kugeln oder Lichtscheiben steigen vom Himmel herab oder schweben über den Wallfahrtsorten und manchmal entsteigt ihnen ein Lichtwesen. (04)

Vorgesehen sei es im Entwicklungsplan der Menschheit, daß in unserer Zeit die Menschen beginnen würden, ihren Engel in spontan auftretendem Hellsehen zu schauen. Die auf diese Weise erlebten Engel würden dann ihren Menschen einführen in die geistigen Geheimnisse des irdischen Soziallebens. Auf diese Weise ließe sich das Zusammenleben der Menschen vollkommen neu gestalten. Allerdings hängt das Gelingen dieses Planes vom Maße des Interesses der Menschen ab.
Würden sich nicht genügend Menschen interessieren für diese Arbeit der Engel, so könnte die gesamte Entwicklung eine ungute Wendung nehmen. Es käme daher sehr darauf an, in unserer Zeit aufmerksam zu sein auf das, was Menschen innerlich erleben. Es dürfe - so Steiner - nicht verschlafen werden, wenn Menschen beginnen, ihren Engel zu schauen.
Es gäbe aber auch Menschen, welche ein großes Interesse daran hätten, die Menschheit nicht zum Erleben des Engels gelangen zu lassen. Steiner spricht in diesem Zusammenhang von okkulten Logen und Orden, welche massiv in das Weltgeschehen eingreifen würden.
Nehmen wir Rudolf Steiner ernst, so hätten wir uns zu kümmern um das, was Menschen heute innerlich erleben. Erleben sie UFOs oder ihren Engel? Und selbst wenn es der Engel ist, wie erleben sie ihn? Denn es gibt zahlreiche Möglichkeiten der Täuschung wie z. B. auch die der achten Sphäre, welche den Menschen alle möglichen Bilder erleben lassen kann, ohne wahr und real zu sein, zum allergrößten Schaden des einzelnen und der Gesamtheit der Menschen sowohl als auch der Engel. (16)

Jeder existierende Planet, genauer gesagt die ihm zugehörige Planetensphäre (→ Herrschaftsgebiete der Hierarchien), ist von Wesenheiten bevölkert. Wurde im antiken Griechenland und im antiken Rom durch Okkultisten von einem Planeten gesprochen, war damit die Gesamheit der Geister gemeint, welche diesen bewohnt. So ist der Mond die Heimat der Angeloi, der Merkur die der Archangeloi, die Venus wird von den Archai bewohnt, die Sonne von den Gewalten, der Mars von den Mächten und der Jupiter von den Herrschaften. Der Begriff Saturn war identisch mit demjenigen für die Wesen, die unter anderem als Throne deklariert werden. (19)

Denken Sie einmal, daß also für die Bewohner des Mars, die besonders zum
Mars gehören, ein Mensch, der da lebt zwischen dem Tod und einer neuen Geburt, durch das Marsdasein gehen kann, ohne in Berührung zu kommen mit den Marswesenheiten. Er sieht sie nicht, sie sehen ihn nicht. So ist es auch für die Erde. Durch die Erdensphäre gehen
fortwährend Wesen, die eigentlich zu anderen Planeten gehören, so wie der
Mensch zur Erde gehört.
Marsbewohner verleben ihr reguläres Leben auf dem Mars, und zwischen ihrem
Erlebnis, das dem Tode entspricht – es ist zwar etwas anders – und ihrem
neuen Leben auf dem Mars, vollziehen sie den Durchzug durch die anderen
Planeten. So daß tatsächlich Bewohner der anderen Planeten fortwährend durch unsere
Erdensphäre durchgehen. Die Erdenmenschen können mit ihnen in kein
Verhältnis treten, weil sie eben unter ganz anderen Daseinsbedingungen leben
und weil sie unter Umständen eben gar keine Beziehungen angeknüpft haben auf dem Mars mit diesen Wesen. Was wäre denn notwendig, um diesen Durchzüglern durch die Erdensphäre, die
eigentlich anderen Planeten zugehören, zu begegnen? Es wäre nötig, daß man
Berührungspunkte mit ihnen entwickelt hätte auf ihren eigenen Planeten. Das
kann man nur, wenn man hier auf der Erde schon bewußt durch die Entwickelung
übersinnlicher Kräfte mit anderen als Erdenwesen in Beziehung kommen kann. So stellt sich
in der Tat die Möglichkeit ein, daß bei denen, die eine höhere Geistesschulung durchgemacht haben, auch eine Begegnung stattfinden kann mit den Durchzüglern von anderen Planeten. Und von ihnen kann erfahren werden, wie das Marsdasein (beispielsweise) ist.
140.235f
Frankfurt, 2. März 1913 (22)

Und je mehr sich ein seherischer Blick ausbildet, je weiter der Initiierte
sieht, desto mehr erdenfremde Seelen begegnet man, desto mehr erfährt man,
daß da durch die Erdensphäre Durchzügler durchgehen, die eigentlich, man
möchte sagen, normalerweise nicht mit dem Erdenleben zusammenhängen. Das ist
aber nicht anders für uns Erdenmenschen, als es für die Mondenbewohner ist,
durch deren Leben wir ja auch zwischen dem Tod und einer neuen Geburt
durchgehen. Wir sind in einer gewissen Weise, wenn wir die Sphäre des Mars
zum Beispiel durchgehen, für die Marsbewohner Gespenster, wir gehen da durch
als ihrer Sphäre fremde Wesenheiten. So sind aber auch die Wesen des Mars in
einem gewissen Stadium ihres Daseins durchaus verurteilt, durch unsere
Erdensphäre durchzugehen; sie kommen da durch, und der mit einer gewissen
Initiation Ausgestattete trifft sie sozusagen durch die geeigneten Zustände bei ihrem Durchzug durch die Erdensphäre. Es ist ein fortwährendes Aneinandervorbeigehen der Wesenheiten unseres Planetensystems. Während wir auf der Erde leben zwischen der Geburt und dem Tode und oftmals meinen, daß wir von nichts umgeben sind als nur von den Wesenheiten der verschiedenen
Naturreiche, sind in unserer Umgebung die Durchzügler da von allen anderen
Planeten unseres Planetensystems. Ebenso sind wir Durchzügler zu einer
gewissen Zeit zwischen dem Tode und einer neuen Geburt bei den anderen
planetarischen Menschen, wenn wir so sagen dürfen. Es ist nur so, daß wir Menschen auf der Erde
gerade das Wesentlichste von dem zu entwickeln haben, was innerhalb des
gegenwärtigen Weltenzyklus unsere Mission ist. So sind den anderen
planetarischen Welten andere Wesenheiten zugeteilt.
140.275 München, Zweiter Vortrag, 12. März 1913 (23)

Man kann nur auf Erden sterben, in der physischen Welt oder in den
Welten, welche in der Entwicklung unserer Erde gleichen
, und alle die
Wesenheiten, die hierarchisch höher stehen als der Mensch, haben keine
Kenntnis vom Tode, sie kennen nur verschiedene Bewusstseinszustände.
(GA 152, S. 39) (24)

Lemurien Nach der Mondentrennung konnten die Seelen, die in der Zeit davor sich in
den verhärtenden irdischen Leibern nicht inkarnieren konnten und die deshalb
die anderen Planeten bevölkerten, wieder geeignete Leiblichkeiten finden. Es
bildeten sich entsprechend dem „Planetenaufenthalt“ verschiedene
Menschengruppen. „Diese Gruppierung der Seelen gab die Veranlassung zu der Entstehung der Menschenrassen.“
17(08.06.1909, Budapest) 2019 1/233 109-22 (26)

....Damit aber hing das Folgende zusammen:
Während der Mondloslösung war die Erde verödet. Wir haben gehört, daß die
Leiber so schlecht geworden waren, daß sie den Seelen keine Unterkunft mehr
sein konnten. In der Sage sind solche kosmischen Vorgänge erhaltengeblieben,
aber die okkulte Forschung, die zeigt ihren wahren Ursprung und lehrt uns,
daß, während der Abtrennung des Mondes, als die Erde verödet war, viele
Seelen in dem kosmischen Raum nach geeigneter
Verkörperung suchten und dann
fortgingen von der Erde und auf andern Planeten sich ----
verkörperten---.
Jetzt aber, nachdem der Mond fort war, zeigte es sich, daß die Erde wieder
fähig war, geeignete Leiber abzugeben. Und jetzt stellten sich auch die
Seelen auf der Erde wieder ein, die auf die andern Planeten schon in der
letzten Zeit der Lemuria gegangen waren, und darnach in der atlantischen
Entwickelung, und sie verkörperten sich wieder in diesen Leibern auf der
Erde. Es bildeten sich nun auf der Erde Menschengruppen heraus:
solche, die Leiber hatten für Seelen, die von Jupiterverkörperungen
herkamen; für jene, die von Mars, Venus oder Saturn kamen und nun das zu
ihnen Passende fanden. Diese Gruppierung der Seelen gab die Veranlassung zu
der Entstehung der Menschenrassen. Dadurch sind die Rassen in einem gewissen
Zusammenhang mit den Weltenkörpern. So konnte man also von Saturnmenschen,
Jupitermenschen und so weiter sprechen, und nun hatte auch das erst
Berechtigung, was man den Rassenbegriff nennen kann.
Budapest, 9. Juni 1909 GA 109 (27)

"Auf der Erde leben wir zwischen Geburt und Tod. Zwischen Tod und neuer Geburt steht der Mensch in einer gewissen Verbindung mit den anderen Planeten. Sie finden in meiner «Theosophie» beschrieben das Kamaloka. Dieser Aufenthalt des Menschen in der Seelenwelt ist eine Zeit, während welcher der Mensch ein Mondbewohner wird. Dann wird er ein Merkurbewohner, dann ein Venusbewohner, dann ein Sonnen-, Mars-, Jupiter-, Saturnbewohner und dann ein Bewohner des weiteren Himmels- oder Weltenraumes. Man redet nicht unrichtig, wenn man sagt, daß zwischen zwei Inkarnationen auf der Erde Verkörperungen auf anderen Planeten liegen, geistige Verleiblichungen. ." (Lit.:GA 130, S. 318) Hamburg, 11. Juni 1912 (21)_(28)



terug naar inhoudsopgave

Geen opmerkingen:

Een reactie posten