Posts tonen met het label Geister der Finsternis. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Geister der Finsternis. Alle posts tonen

zondag 6 januari 2013

+ gemeenschap en gemeenzaamheid; hoe houdt de individuele mens zich staande te midden van het wereldgebeuren? - Renée Zeylmans

(de schrijfster Renée Zeylmans is  overleden 16 februari 2018 (Zeist). www.reneezeylmans.nl)

Bijdrage Apocalyps-Nu winter 2012

“De aarde heeft antroposofie nodig, wie dat inziet, is antroposoof”

Hoe kunnen we in het wereldgebeuren staan, wat kunnen we bijdragen? Maar ook waar putten we kracht uit om niet meegesleept te worden! Hoe meer je weet en doorziet, geeft ook leed en eenzaamheid. Het is niet anders, dat is de weg. Geesteswetenschap beoefenen, betekent verantwoordelijkheid, niet consumeren of jezelf verheffen. Het leed van de medemens is ook mijn leed.
Steiner:” Wanneer de mensen de geestelijke wereld willen leren kennen moeten zij ertoe komen bij een onjuiste zaak zielenpijn, en bij een juiste zaak zielenvreugde te ervaren. Over de waarheid zou men zich zo moeten verheugen alsof men van iemand een miljoen geschonken krijgt! En zo moet men innerlijk, in de ziel kunnen lijden wanneer men ontdekt dat men voorgelogen wordt – zoals het lichaam lijdt wanneer het ernstig ziek is. De ziel moet niet ziek worden, maar moet pijn of vreugde ervaren, zoals het lichaam ziekte ervaren kan of juist een weldadig gevoel
(Rhytmen im Kosmos und im Menschenwesen GA. 350

Dat we met de Antroposofie in aanraking mochten komen, geeft een onmetelijke verantwoording naar de medemens
Steiner: “Niet enkel een weten is de antroposofie, maar een verantwoordelijkheid, die ons met het hele wezen van de aarde verbindt en verbonden houdt

Het is belangrijk om de gebeurtenissen in de wereld onder ogen te zien, zoals Steiner dit onder woorden brengt: “Voor alles moet je weten dat je nu, nadat deze machten nu eenmaal naar de aarde omlaag zijn gebracht (datum), met hen moet leven, dat ze er zijn. Dat ze het machtigst worden als je je ogen voor hen sluit. Dat is het nu juist, dat deze Ahrimanische machten, die van het menselijk intellect bezit hebben genomen, het machtigst worden als je niets over hen wilt weten, niets over hen wil horen”
(…) want het zou hun goed uitkomen dat de mensen niets van hen zouden weten en zij in het onderbewustzijn van de mensen zouden kunnen werken.
(…) Ze kunnen gedijen doordat men die elementen verzorgt die ze juist zo graag onder de mensen van onze tijd willen verbreiden: vooroordeel, onwetendheid en vrees ten opzichte van het geestelijk leven. Met niets steun je de Ahrimanische machten zo zeer als met deze vooroordelen.
(…) Het is waar wat altijd door ingewijden gezegd is: wanneer datgene de mens doorstroomt wat van spirituele wijsheid afkomstig is, dan is dat  voor de Ahrimanische machten een grote verschrikking van duisternis en een verterend vuur. Een prettig gevoel is het voor de
Ahrimanische engelen om in de hoofden te wonen, die in onze tijd met Ahrimanische wetenschap gevuld zijn. Maar als een verterend vuur, als een grote verschrikking van duisternis worden door de Ahrimanische engelen die hoofden ervaren die van spirituele wijsheid doordrongen zijn. Laten we zo’n zaak heel serieus nemen, en het volgende voelen: wanneer we onszelf met spirituele wijsheid doordringen, dan gaan we zo door de wereld dat we de basis leggen voor een juiste verhouding tot de Ahrimanische machten, dat we zelf door wat we doen, datgene opzetten wat er moet zijn, dat we tot heil van de wereld de plaats van het  verterende offervuur opzetten, de plaats waar de verschrikking van de duisternis het schadelijke Ahrimanische overstraalt.Doordringt u met zulke ideeën, doordring u met zulke gevoelens! Dan wordt u wakker en u bekijkt wat daar buiten in de wereld plaatsvinden, bekijkt wat daar buiten, in de wereld gebeurd.
( De val van de geesten van de Duisternis GA. 177.  ISBN 978-90-72052-75-9)

Hiermee is eigenlijk al veel gezegd en gewezen op onze verantwoordelijkheid. Steiner geeft nog vele handvaten die ons kunnen helpen om staande te blijven, de juiste verhouding te vinden t.a.v. het wereldgebeuren en de nadere komst van Ahriman. Daar wil ik proberen nader op in te gaan.
Wat m.i. ook belangrijk is om geen tegenstand te bieden door vijandigheid en veroordeling van de daden van de Ahrimanische wezens die werkzaam zijn in onze medemens. Gevoelens van antipathie en sympathie hebben meestal met onszelf te maken. Er kan ook mededogen zijn met de medemens die de weg naar de geestelijke wereld kwijt zijn geraakt, verzonken in de materialistische macht. “Hebt uw vijanden lief” Zo kunnen we ook kijken naar de machthebbers. Wat rest hun als ze het aardeleven verlaten? Inzicht en doorzicht hebben betekend nog niet het recht te veroordelen. Dan begeven we ons in dezelfde duisternis.

De antroposoof moet voelen dat we een deel van het geheel zijn, dat we voor alles wat er is, medeverantwoordelijk zijn. Wie niet in staat is om te voelen, dat hij er medeschuldig aan is wanneer morgen iemand steelt, die is niet in staat om te weten hoe hij met het geheel samenhangt, hij is niet in staat om de wortel van het kwaad te zoeken.(…) De gedachte dat we niet veel beter kunnen zijn dan een ander moet ons volledig vervullen. We moeten met de wereld leven, maar we moeten ziende met de wereld leven.

(Steiner, GA.266, Aus den Inhalten der esoterischen Stunden. Nederl. Esoterische scholing)

Het Johannes Evangelie

Wat kunnen we bijdragen dat altijd gepaard gaat met schenken. Maar wat ook onszelf kracht geeft. Dat is het Johannes Evangelie.
Dit heb ik mogen ervaren, na er langere tijd mee bezig te zijn, evenals het Onze Vader, maar daar kom ik straks op terug.
Merkwaardig hoe vaak de schaduw zich reeds in een vroegere tijd voordoet, wat zich soms pas vele jaren daarna in het leven plaats vindt. Ik zal zo ongeveer 14 jaar zijn geweest dat een vriend van mijn moeder, vervult van de proloog van Johannes, het daar eindeloos over had, dat dat voor hem levenslang was om te kunnen doorgronden. Tientallen jaren dacht ik hier niet meer aan, maar zo’n dertig jaar later kwam het weer in mijn gedachten en herinnerde ik mij precies de situatie en de uitgesproken woorden. Als we met onze biografie bezig zijn ontdekken we vaak deze wetmatigheid.
Hetzelfde in het wereldgebeuren, wij mensen zijn een eenheid met de kosmos, en ook daar werpen de schaduwen de gebeurtenissen vooruit. Ook waar opgang is moet ook een neergang zijn. Hoe zouden we ons anders kunnen ontwikkelen, ook in het wereld gebeuren is dat zichtbaar.

Mijn schoondochter stierf toen ze 27 jaar was aan een hersentumor. Na weken van intense verzorgende aanwezigheid was ik uitgeput toen ik na de uitvaart thuiskwam. De nachten daarna voelde ik hoe ze “over mij heen lag”, bescherming zocht? Wat moest ik? Ik kon haar toch niet afwijzen? De gedachte aan de proloog kwam bij mij op, “In het oerbegin was het woord en het woord was bij God”. Ik ging dit intens bewoorden, toen kwam ze langzaam van mij los. Ik voelde intens dat het goed was, ze vond de weg, omstraald door haar engel en alle hulp van de geestelijke wereld.


Proloog
In het oerbegin was het scheppende woord en het woord was bij God en het Woord was God, dit was in het oerbegin bij God.
Alles is door het Woord geworden en niets van het gewordene is anders dan door het Woord ontstaan.
In het woord was het leven en het leven was het licht der mensen en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet begrepen.
Er is een mens geworden, van God gezonden, zijn naam is Johannes.
Deze kwam tot getuigenis om van het licht te getuigen, opdat zij allen door hem geloven zouden.
Hij was niet het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht.
Want het waarachtige licht, dat ieder mens verlicht, wilde in de wereld komen.
Hij was in de wereld en de wereld is door hem geworden, en de wereld kende het niet.
Tot de enkelingen kwam hij en de enkelingen namen het niet op.
Zovelen hem opnamen, hun gaf hij de volmacht kinderen Gods te worden.
Zij vertrouwden in zijn naam.
Zij zijn niet uit de bloedkrachten, niet uit het willen van de menselijke natuur nog uit de wil van een man, maar uit God geboren.
En het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn openbaring aanschouwd, de openbaring als van de Eengeboren, uit de Vader, vervuld van overgave en waarheid.

Zijn wij bewust van het onmetelijke belang van het Johannes Evangelie? Juist dit evangelie wat vaak het minst begrepen wordt. Steiner heeft hier zo vaak op gewezen, o.a. op de hier volgende uitspraak:
“Wanneer iemand het Johannes evangelie neemt en daaruit slechts enkele zinnen leest, dan betekent dat heel veel voor de gehele kosmos. Want als niemand op aarde het Johannes evangelie zou lezen, zou de opdracht van het aardebestaan niet vervuld kunnen worden. Van onze deelname daaraan stralen de spirituele krachten uit, die aan de aarde steeds nieuw leven toevoegen, tegenover datgene wat afsterft.
(…) Onder omstandigheden kan een mens soms uiterlijk heel weinig doen. Maar wanneer hij – niet om persoonlijk te genieten – maar volbewust weet dat zijn gevoelens van belang zijn voor het bestaan van de wereld, dan doet hij daarmee buitengewoon veel”.

( Rudolf Steiner, GA. 145   Innerlijke ontwikkeling door Antroposofie. 24 maart 1913, Den Haag. (Uitg. Vrij geestesleven)

Nog even over over het belang van het lezen van het Johannes Evangelie tijdens het waken bij een gestorvene (de dagen tussen dood en uitvaart). Het lezen is niet bedoelt voor de gestorvene zelf, hij is omstraalt door zijn levenstableau en niet direct aanspreekbaar (dus nog geen spreuken), maar het fysieke lichaam is voor de gestorvene het “ijkpunt”voor het levenstableau. Door te waken en o.a. het Johannes Evangelie, scheppen wij een omhulling voor het lichaam tegen de elementaire wereld (wezens). Pas na ongeveer 3 à 3 ½ dag treedt de werkelijke dood in, door het loslaten van het etherlichaam (levenslichaam) het fysieke lichaam (lijk) wordt overgegeven aan de aarde, pas dan en niet eerder mogen de elementaar wezens er toegang toe hebben. Ook bij de wakende mens kan wel eens een onbestemde angst op treden. Intens met het Johannes evangelie bezig zijn, beschermt ook onszelf hier tegen.
Zeer zeker is ook het gebed Onze Vader van groot belang! Dit even heel in het kort, meer in mijn boek “Stervensbegeleiding een wederzijds proces”.

Tot slot nog een aanwijzing betreffende het Johannes Evangelie:

De christelijke inwijding kan worden verworven, wanneer de christelijke leerling voortdurend mediteert over de zinnen van het evangelie naar Johannes. Wie de eerste zinnen van het evangelie naar Johannes – “In het oerbegin was het Woord..”(vgl. 1:1) tot en met”..vervuld van overgave en waarheid “(vgl. 1:14) – dagelijks op zich laat inwerken, doet een ongelofelijk belangrijke ik kracht op. Die kracht dragen die zinnen in zich. Heel het evangelie naar Johannes moet niet alleen worden gelezen en met het intellect worden begrepen; het moet innerlijk doorleefd en doorvoeld worden. Dan is het zelf een werkzame, ondersteunende kracht bij de inwijding. Dan beleeft men de ”voetwassing” de “geseling” en de andere astrale visioenen geheel in overeenstemming met de wijze waarop zij vanaf het dertiende hoofdstuk in het evangelie van Johannes staan beschreven.(…) Wanneer de mensen alles wat in het evangelie naar Johannes staat beschreven voldoende op zich laten inwerken, is hun astrale lichaam op weg een “Jonkvrouw Sophia”te worden en dan wordt dit ontvankelijk voor de “Heilige Geest”. Het astrale lichaam wordt door de kracht van de impulsen die van het evangelie van Johannes uitgaan langzamerhand ontvankelijk het ware geestelijke aan te voelen en later te onderkennen. In deze zin heeft Christus Jezus de schrijver naar het evangelie van Johannes een opdracht, een missie gegeven.
(…) Verdiep U volledig in het evangelie naar Johannes, kom tot het spirituele inzicht dat daarin ligt, het heeft de kracht U tot de christelijke catharsis te voeren, het heeft de kracht u de “Jonkvrouw Sophia”te geven. Dan zal ook de “Heilige Geest” die nu met de aarde verenigd is u de verlichting…photismos in de christelijke zin van het woord deelachtig doen worden.
(…) Wanneer wij hetgeen wij door de antroposofische geesteswetenschap over het evangelie van Johannes kunnen leren, pogen op te nemen in ons gevoel, in onze beleving, dan zullen wij ervaren dat het evangelie van Johannes niet alleen een leerstuk is, maar een kracht die kan werken in onze ziel.

Rudolf Steiner. Hamburg 31 mei 1908
GA. 120. Die Offenbarung des Karma. Nederl. vertaling: Werkingen van het karma. (uitg. Vrij Geestesleven)

Onze Vader
Het gebed Onze Vader is afkomstig van Christus zelf. Alleen al als we ons een voorstelling daarvan maken, hoe dat ooit ooit door hem klank heeft gekregen, dan werkt dat diep door in onze ziel. Dat kan nimmer nooit verloren gaan of zijn kracht verliezen. Aan ons mensen om dat door te dragen.
Bidden betekent dan uiteindelijk: meescheppen aan datgene, wat de godheid voor de toekomst der mensheid, in zijn verbond met ons, tot stand wil brengen.
Johannes Evangelie 17e hoofdstuk: “Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor de mensen die door het woord in mij geloven.”
Maar de kracht die wij ontvangen, is niet om egoïstische verlangens te bevredigen, maar om onze bijdragen aan de medemens en het wereldgebeuren te schenken.
Steiner: “Men leert een kracht, die in de ziel en door de ziel moet werken, uitsluitend kennen door haar te gebruiken.
(  GA. 58 De kracht van het gebed. Uitg. Christofoor)
Mensengemeenschappen die op een zuiver geestelijke impuls berusten.

In het vorige nummer van Apokalyps-Nu ben ik reeds ingegaan op het belang van Gemeenschappen vormen. Zie bv. het citaat van Serge O Prokofieff uit GA 175 van Steiner.
Nu wil ik proberen hier nog nader op in te gaan. Allereerst een citaat van Steiner
“Vereniging betekent de mogelijkheid, dat zich een hoger wezen door de verenigde leden van een gemeenschap uitdrukt. Dat is een algemeen principe in het leven.Vijf mensen, die harmonisch met elkaar denken en voelen, zijn meer dan 1+1+1+1+1.Ze zijn niet alleen maar de som van de vijf, net zomin als ons lichaam de som van de vijf zintuigen is. Maar het samenleven, het in elkaar leven”van mensen betekent iets soortgelijks als het in elkaar leven”van cellen in het menselijk lichaam”. Een nieuw, hoger wezen is te midden van de vijf – ja zelfs al te midden van twee of drie mensen.
Waar twee of drie in mijn naam verzameld zijn, daar ben ik te midden van hen”.Het is niet de één en de ander en de derde, maar iets heel nieuws, wat door vereniging ontstaat. Maar het ontstaat alleen wanneer de een in de ander leeft, wanneer de enkeling zijn kracht niet alleen aan zichzelf, maar ook aan de ander ontleent.Dat kan echter alleen gebeuren wanneer hij onzelfzuchtig in de ander leeft. Zo zijn menselijke verenigingen de wonderlijke plaatsen waarin hogere geestelijke wezens afdalen – om door de enkele mensen heen te Werken, zoals de ziel zich uitdrukt in de lichaamsdelen. Daarom spreekt degene, die geesteswetenschap beoefent, niet enkel en alleen over abstracte dingen, wanneer hij over de geest van de gemeenschap spreekt Deze geest die in de gemeenschap werkt, kan men niet met de ogen zien, maar hij is er en hij werkt door de broederliefde. Zoals het lichaam een ziel heeft, zo heeft een gilde, een broederschap ook een ziel. Dat is niet alleen beeldend gesproken, maar als Volle werkelijkheid te verstaan. “Tovenaars” zijn de mensen die in een broederschap samenwerken, omdat ze hogere wezens in hun kring aantrekken. Wanneer we ons egoïsme in een broederschap loslaten, betekent dit opgaan in het geheel een versterking van de organen van deze gemeenschap.Wanneer we dan als lid van zo’n gemeenschap handelen of spreken, handelt of spreekt in ons niet de enkeling, maar de geest van de gemeenschap.Dat is het geheim van de vooruitgang van de toekomstige mensheid – om vanuit gemeenschappen te werken.
Rudolf Steiner. “Die Welträtsel und die Antroposophie“Berlijn 23-11-1905
Steiner heeft ons meerdermalen gewezen op het belang dat er geheel nieuwe
gemeenschappen moeten worden gevormd, die op een zuiver geestelijke impuls berusten. Deze kunnen de macht van Ahriman het meest weerstaan. Maar…Ahriman kent deze kracht en zal er alles aan doen de mensen te verleiden en aan zijn invloed te onderwerpen.
(…) Het enige dat zich vanaf het allereerste begin buiten Ahrimans invloed bevindt is de geestelijke en sociale sfeer, die zich  - uitgaande van de geesteswetenschap – geleidelijk in de mensheid  vormen zal  Door de geesteswetenschap wordt nu een andere sfeer geschapen waar het Ahrimanische volstrekt ontbreekt. En juist door het met inzicht opnemen van die geestelijke inhoud, waartoe de Ahrimanische machten geen toegang hebben, krijgt de mens de kracht om in de wereld Ahriman tegemoet te treden.
GA, 26 Kerngedachte van de Anthroposofie´

De grootste moeilijkheid in een gemeenschap is het opspelen van onze ego, onze dubbelganger. Zijn we werkelijk in staat ons weg te cijferen, totaal te staan voor het beoogde
 doel? “Niet ik maar Christus in mij (ons)” Dan kan een hoger geestelijk wezen zich met ons verbinden. Kunnen we dit waarmaken? Dit vergt offers! Geduld! Niets willen bereiken, dat is begeerte. “Niet mijn wil maar Uw wil geschiedde”
Ik zou nu, een naar mijn inzien, belangrijk inzicht van Dieter Brüll onder de aandacht willen brengen. Verwoord in het boek “De sociale impuls van de Antroposofie” (uitverkocht), maar in dit kort bestek wil ik mij hoofdzakelijk richtten op zijn laatste boekje (40 blz.) “Gemeenschap en gemeenzaamheid”. (uitg. Nearchus)
In 1986/87 heb ik de opleiding Sociale Driegeleding mogen volgen. Daar en in de jaren daarna tot aan zijn sterven heb ik intensief contact gehad met Dieter.  Hij schrijft uitvoerig over werkgemeenschappen, maar ik wil mij nu allereerst in hoofdzaak richten op wat hij noemt gemeenzaamheid.
Allereerst een uitspraak van Steiner” uit Dieter zijn boekje
“Het is geheel in overeenstemming met de feiten van het leven, dat de mens een totaal ander wezen wordt zodra hij zich in een groter groepsverband bevindt; anders dan wanneer hij alleen is. Hij wordt met betrekking tot zijn gehele zielenleven anders zo constateert de geschoolde waarnemer, in een gemeenschap en vooral in een actieve gemeenschap. Staat de mens alleen dan volgt hij zijn eigen impulsen, dan zal ook een zwak Ik de motieven voor zijn doen en laten in zichzelf zoeken. In gemeenschappen echter bestaat zo iets als als een massa-ziel;” de neigingen, de begeerten, de oordelen etcetera vloeien ineen”. En voorts: “Als menselijke eigenschappen afzakken tot in de sfeer van het onbewuste, dan gaat er een sterkere werking op andere mensen van uit (…) dan wanneer zij uit de sfeer van het gezonde oordeel komen”.
(GA. 59 Metamorphosen des Seelenlebens)
Dieter Brüll: “Overal, waar mensen elkaar ontmoeten voor gezamenlijke arbeid, ontwaakt de betweter in de mens. In “Sociaal en onsociaal” (“terecht of onterecht”.) Precies zo echter beleeft de ander zijn dubbelganger aan mij en zo kan het geschieden – en het geschiedt heel dikwijls – dat alleen nog maar de dubbelgangers met elkaar spreken.
Nu, dat kunnen we toch wel uit ervaring onderschrijven? Dus daar is “Ken Uzelve” een opgave en waarlijk ons offeren door ons in dienst te stellen van de geestelijke leiding.
Wat bedoelt Dieter Brüll met gemeenzaamheid?
In tegenstelling tot de gemeenschappen staan de metgezellen van de gemeenzaamheid met de ruggen naar elkaar toe. Ieder staat in zijn eigen werkkring. Men behoeft elkaar slechts zelden te ontmoeten. Waar het om gaat is niet de ontmoeting, doch het bewustzijn van de spirituele aanwezigheid van alle anderen bij elke (belangrijke) stap, die men in het leven doet. Zij zijn aanwezig, vermanend of helpend, om de situatie in de zin van de impuls aan te kunnen. (blz.23)Gemeenzaamheid vindt daar haar oorsprong in het basisgegeven dat in onze tijd de mogelijkheid opdroogt, dat de enkeling een verbinding tot de geest – daaronder begrepen die met zijn eigen hoger Ik – op eigen kracht tot stand brengt. Zowel in het positieve – zich openen voor spirituele impulsen – als in het negatieve – bescherming tegen wezens, die de mens vijandig zijn gezind – behoeft hij de steun en de geestelijke hulp van gelijkgezinde mensen. In de gemeenzaamheid zoekt de mens derhalve niet de omhullingen van de ander, waarin hij zich primair aan ons voordoet: fysiek, levens- en zielelichaam. Met die laatsten moet hij in gemeenschappen omgaan, daarmee moet hij daar samenwerken. Hier in de gemeenzaamheid gaat het om het geestwezen van de ander, dat hem begeleidt waar hij ook moge zijn, zolang hij zijn bewustzijn voor hem opent. Daarom is de gemeenzaamheid de structuur, waarin de sociale impuls zijn karakteristieke uitdrukking vindt.  (…) Terwijl de gemeenschap de normale structuur zowel voor het economisch als voor het geestesleven is, mogen wij in de gemeenzaamheid de bron van het sociale zien, dat wil zeggen van dat gebied, waarin het niet om het product en ook niet om het inzicht, doch om de ander gaat. Daarmee zijn we bij de essentie van de gemeenzaamheid aangekomenMen staat, als het ware met de ruggen naar elkaar toe..  De geestschaal vormt zich achter de ruggen en de kring vormt tevens een rugdekking voor ieder op zijn eigen plaats in de samenleving. Hij kan daar staan omdat hij weet door de kring gedekt te zijn. En omdat men elkaar niet in het gelaat kijkt, bestaat het probleem van de gemeenschap niet, de strijdt met de dubbelganger.(blz. 24/25)
Het zou wel eens kunnen zijn dat hier een belangrijke opdracht ligt hoe we in gemeenschap zowel in gemeenzaamheid ons sterk kunnen maken! Ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheid! Wij zijn nu nog op aarde, maar straks in de geestelijke wereld als we gestorven zijn. Alleen waar we op aarde oog voor hadden, ons eigen hebben gemaakt, herkennen we in de geestelijke wereld. Belangrijk ons “geen zand in de ogen laten strooien”, maar als we sterven weten we wat er werkelijk op aarde plaats vindt. Misschien kunnen we dan tot over de dood heen een bijdrage geven. Laten we dan beginnen om ons bewust te zijn van de gestorvenen die mee willen werken als wij er voor open staan!
Is daar wellicht de gemeenzaamheid met de gestorvenen een “wegwijzer`?
In deze bijdrage kan ik niet uitgebreid ingaan wat Dieter Brùll precies bedoelt met gemeenzaamheid. Het is de moeite waard om kennis te nemen van de eerder genoemde boeken.



terug naar inhoudsopgave

woensdag 1 februari 2012

4- De triomf van Ahrimans komende incarnatie (2e deel ).

uit: Apokalyps Nu! februari 2012

De triomf van Ahrimans komende incarnatie (deel 2).

In het vorige artikel (01) is getracht om diverse exoterische verschijnselen te duiden die gezien kunnen worden als voorbereidingen om de mensen rijp te maken voor de idee van een werkelijke op komst zijnde incarnatie. Ingegaan werd o.a. op het streven om van Krishnamurti een wereldleraar te maken, de verwachtingen die  Benjamin Creme aan het wekken was betreffende de komst van de Maitreya-Boeddha (01), de profetie van Solowjow als mogelijk scenario voor de komst van de antichrist,  Sai Baba als voorbeeld van een grote verleider van miljoenen. Het opmerkelijke feit hierbij is, dat de verwachting van een “goede” incarnatie hand in hand kan gaan met de mogelijkheid van een “slechte” incarnatie.

In dit tweede artikel is het de bedoeling meer in te gaan op de meer esoterische voorspellingen van Rudolf Steiner aangaande de te verwachten (in dit geval de slechte) (02) incarnatie en hoe dit volgens hem door Ahriman zelf en bepaalde handlangers op aarde voorbereid wordt. Er worden een aantal voorwaarden genoemd, waardoor zo’n incarnatie mogelijk zou kunnen worden. Anno 2011 kunnen we vaststellen dat er al aan heel wat voorwaarden voldaan is. (03) Bijv. de strijd van de huidige Occupy Wall Street beweging tegen het roofkapitalisme (04) kan gezien worden als de strijd tegen een reëel ahrimanisch wezen met de aloude naam Mammon. (05)
Om tot een juist begrip te komen is het nodig om het verschil tussen incorporatie en incarnatie helder te krijgen. Bovendien moet ook op de mogelijkheid van een incarnatie ingegaan worden die niet fysiek zichtbaar, maar wel helderziend in de levenssfeer (etherwereld) waarneembaar en werkzaam kan zijn. (37)
Hier is het woord incarnatie (in het vlees) natuurlijk niet meer de juiste uitdrukking.
Een poging om het verschil tussen Ahriman en de Antichrist duidelijker te krijgen, is vanwege de complexiteit voorbehouden voor een later artikel. (37)

Chronologie.
Als je de geschriften van Steiner in chronologische zin vervolgt, kun je tot de gevolgtrekking komen, dat er in datgene wat hem mogelijk was om te schouwen zich dramatische wijzigingen hebben voorgedaan. Maar ook dat het hem successievelijk mogelijk werd om daar steeds meer over te openbaren.
In 1908 sprekende over de Apocalyps van Johannes bijvoorbeeld wordt er gesproken over een strijd van allen tegen allen. Maar dit wordt nog in een verre toekomst verwacht. (38)
In 1909 komt Steiner voor het eerst met het thema van de wederkomst van Christus en daarbij worden jaartallen als 1933-1935 en 1937 genoemd.
Dan 1913-1914 breekt de eerste wereldoorlog uit en kan Steiner veel schouwingen en nieuwe inzichten melden i.v.m. de lotgevallen van gestorvenen tengevolge van deze oorlog.
In 1917 spreekt hij over het thema van het ingrijpen van het boze, de gevallen engelen die incorporeren in mensen. Waarvoor hij de toehoorders in 1908 nog niet rijp vond, komt nu wel aan de orde. (06 en 07). De strijd die dan gevoerd wordt door deze wezens om de nieuwe komende openbaringen van Christus tegen te werken wordt belicht.
In 1919 en 1920 gaat hij heel concreet in op een ophanden zijnde incarnatie van Ahriman in een fysiek lichaam in het begin van het derde millennium. (08)

Er is binnen onze geesteswetenschap al heel lang op gezinspeeld dat er wordt aangestuurd op de oorlog van allen tegen allen- u vindt dit ook omschreven in de voordrachtencyclus over de Apocalyps.(1908 red.) Van NU (hoofdletters door auteur) af aan moeten wij dit volstrekt als zeer, zeer ernstig en veelbetekenend opvatten. (08) (38)

Hierna in de reeks karma voordrachten uit 1924 gaat Steiner uitgebreid in op de toenemende invloedssfeer van Ahriman via incorporaties in de loop van de 20e eeuw. (09) Het karma van de antroposofische beweging wordt ook zo geschetst, dat deze een taak heeft in de redding van de cultuur, die eind 20e begin 21e eeuw ernstig bedreigd wordt. (09)
Het crescendo toenemen van de ahrimanische invloedssfeer in de 20e eeuw en het antwoord (dat men het o.a. herkennen kan) dat daarop nodig zou zijn van een daarop spiritueel voorbereidde groep mensen wordt - culminatie- genoemd. (09)
De mensheid zou dan rijp moeten zijn om een werkelijke incarnatie van Ahriman tegemoet te zien, er wat van te leren en er zelf niet aan ten onder te gaan.
In 1924 ook wordt er in de zogenaamde priesterapokalyps aandacht besteed aan nog een derde categorie in de mensheid ingrijpende wezens met als leidende geest Sorat. (10) Volgens Steiner treedt, nadat we eerst in het tijdperk van Sardes zijn beland, nu ook het tijdperk van de 7e apocalyptische bazuin m.i.v. het jaar 1998 in werking. (10)
In 1924-1925 in de zogenaamde leitsaetze, wordt het thema ondernatuur nogmaals belicht. (11)

Het thema van de incarnatie van Ahriman is door vele auteurs al ter hand
genomen ;(12) Hans Peter van Manen in zijn lezenswaardige boekje –wanneer verwachtte Rudolf Steiner de incarnatie van Ahriman? (03) – geeft zoals de titel al aangeeft prioriteit aan het onderzoek naar het tijdstip van deze gebeurtenis.
In deze reeks artikelen gaat het meer over het proces dat plaatsvindt vanaf de val van de engelen na het jaar 1879. Gevolgd door een eeuw (20e) van voorbereiding op de komst van Ahriman als gevallen draak in het derde millennium.

Incorporaties.
In een eerder artikel (02) is al gerefereerd aan uitspraken van Steiner over hoe gevallen Ahrimanische demonen (n.a.v. Michaëls strijd en overwinning op de Draak en diens engelen na 1879) gebruik maken van een verduisterd (vertroebeld) bewustzijn bij mensen en zich daarin incorporeren en dat dit zich bijvoorbeeld zo heeft voorgedaan bij ongeveer 40 leidinggevende mensen in 1914, die de eerste wereldoorlog in gang gezet hebben. Ook is nog gerefereerd dat deze gevallen geesten zich sinds 1917 in het bolsjewisme manifesteren.
Dit tijdelijk werken door mensen heen met een verduisterd bewustzijn is een vorm van incorporatie. Dit is in betreffend artikel (02) ook in verband gebracht met ik-loze mensen ofwel de sprinkhanen, zoals deze in de Apocalyps van Johannes gekenschetst worden.(10) Incorporeren kan ook gezien worden als bezetenheid of overschaduwing. Als er een bewustzijnsvacuüm is, kan zich in dat vacuüm een ander bewustzijn manifesteren.
Wat met de eerste wereldoorlog is begonnen aan incorporaties van gevallen engelen in mensen zou volgens Steiner tegen het eind van de 20e eeuw steeds meer gaan toenemen. Weliswaar spreekt Steiner hier over Ahrimanische demonen, maar stelt ook dat deze onder Soratische invloedssfeer kunnen staan. (10)
Uit het voorgaande artikel (02) moge ook duidelijk zijn dat in de tweede wereldoorlog en in de daarop volgende permanente 3e wereldoorlog de demonische inspiraties en incorporaties niet uitgebleven zijn, maar juist enorm toegenomen.

Een klassiek voorbeeld van verduisterd bewustzijn, waarna een langdurige incorporatie van een duistere gevallen geest kon plaatsvinden is het volgende;

Hitler als korporaal in de eerste wereldoorlog bij de slag aan de Somme, raakte bij een granaataanval gewond in het gezicht en verloor het bewustzijn.
Hierna is het concept van Mein Kampf bij hem gerijpt. (13)

Hitler (rechts) had al 1 van zijn 2 IJzeren Kruizen vanwege zijn moed ontvangen. Hij zou later nooit meer over zijn medailles spreken omdat hij( o ironie) ze had ontvangen op voorspraak van een joodse luitenant. (13)

…Vandaar dat de mogelijkheden voor het ingrijpen van Ahriman in de beschaving steeds krachtiger en krachtiger geworden zijn. Zulke geesten zoals Ahriman kunnen nog niet in een fysiek lichaam op aarde incarneren (*); maar ze kunnen toch op aarde werken; ze kunnen daardoor op aarde werken, ze incarneren niet, maar ze incorporeren zich namelijk voor bepaalde perioden. Dan, wanneer dat gebeurt, waarover ik heb gesproken –slechts voor momenten , vertroebeling van het bewustzijn bij deze of gene mens of verstrooiing van het bewustzijn, dan vormt de mens een schaal: Ahriman heeft de gelegenheid weliswaar niet om te incarneren, maar om te incorporeren, te werken d.m.v. de capaciteiten van de mensen vanuit die mensen. (14)

Dan doet zich voor, wat in onze tijd een veel grotere rol speelt, dan wat men gewoonlijk gelooft. Zich incarneren kunnen de ahrimanische geesten niet (*), maar zich incorporeren, tijdelijk menselijke zielen binnendringen, menselijke lichamen gebruiken. Dan is de briljante, de glanzende, de superieure geest van een ahrimanische intelligentie sterker als datgene wat in de individuele mens is, veel veel sterker. Dan kan de individuele mens nog zo intelligent zijn, dan kan de individuele mens nog zo veel geleerd hebben: wanneer het fysieke lichaam geheel en al door deze geleerdheid gegrepen is, kan een ahrimanische geest zich voor bepaalde perioden in hem incorporeren. Dan is het Ahriman, die uit zijn ogen kijkt, is het Ahriman die hem zijn vingers laat bewegen, dan is het Ahriman, die hem de neus snuit, dan is het Ahriman die rondloopt. (15)

(*) Het kan opvallen dat Steiner hier in 1924 duidelijk stelt, dat Ahrimanische geesten niet kunnen incarneren, maar wel incorporeren. Dit lijkt in tegenspraak te zijn met verderop te refereren uitspraken die hij eerder heeft gedaan in 1919, waar hij het wel onmiskenbaar heeft over een echte incarnatie van Ahriman. Maar hier moet men er rekening mee houden dat de tijd van de incorporaties waar Steiner over spreekt en op doelt nog in de 20e eeuw zich voordoen en dat er pas van een echte incarnatie gesproken wordt in het begin van het derde millennium. Het zal blijken dat er voor een dergelijke incarnatie een speciaal voorbereide lichamelijkheid nodig is, die alleen mogelijk is, indien de materialistisch geïnspireerde wetenschap bepaalde doelen verwezenlijkt heeft. (37)

Of Steiner Woodrow Wilson meetelde als een van de ongeveer 40 initiatoren van de 1e wereldoorlog is niet duidelijk, maar wel karakteriseert hij hem als een leidende persoonlijkheid waar doorheen de ahrimanische macht toegang had. Voornamelijk diens zogenaamde 14 punten zijn daar een gevolg van. (16)
Hetzelfde wordt ook van Lenin gezegd. (17) en in zijn algemeenheid van het bolsjewisme, deze is ontstaan door ahrimanische inspiraties en incorporaties.

Twee leidinggevende persoonlijkheden, Wilson en Lenin, zijn gestorven met dezelfde ziektesymptomen, beide aan verlamming (Duits: Paralyse), dat betekent, allebei boden ze een toegangspoort voor de ahrimanische machten. Deze dingen tonen toch aan, dat de wereldgeschiedenis ophoudt, wereldgeschiedenis te zijn, maar begint, een kosmische geschiedenis te worden. (17)


Woodrow Wilson                                             Vladimir Lenin

Met kosmische geschiedenis wordt bedoeld dat wezens uit de geestelijke wereld, die niet direct bij de aarde horen, beginnen in te grijpen in de geschiedenis van de mensheid.

Dan kijkt Steiner terug naar Nietzsche en concludeert concreter wordend, dat deze zijn latere werk als schrijver door een incorporatie van Ahriman kon vervaardigen en dat deze de eigenlijke schrijver van een aantal van zijn werken was.

In deze tijd, waar zich het materialisme uitbreidt, dalen steeds meer engelen af en leven op aarde. Zij doen mee. Juist zij zijn het, die in bepaalde perioden, wanneer het menselijke bewustzijn vertroebeld is, zich incorporeren en op aarde werken. Een groot aantal van de wezens der engelen houd zich terug, maar degenen, die in overeenstemming met hun engelkarma het dichtst staan bij de ahrimanische machten, die houden zich niet terug, die incorporeren in mensen, duiken onder in mensen gedurende bepaalde tijden.Dan ontstaat datgene, wat ik in de vorige uur daardoor gekenmerkt heb dat ik zei: er isnu zulk een mens op aarde, hij heeft menselijke capaciteiten, menselijke intelligentie, die hij praktiseert, misschien geniaal uitoefent, maar gedurende een bepaalde tijd, wanneer zijn bewustzijn vertroebeld is, neemt een ahrimanische engelintelligentie bezit van hem. Er kan dan het volgende verschijnsel zich voordoen: er is een mens, het lijkt zo, of het een gewoon mens is en zijn mens-zijn dit of dat schrijft. Nu kan het ahrimanische juist daardoor de mens benaderen, doordat deze de intelligente vormen opneemt… En daarom is het zo, dat Ahriman kan optreden als auteur. Hij bedient zich natuurlijk van een engelwezen. Hij kan als schrijver optreden.(18)

In de eerste plaats  zijn er twee werken «Antichrist»en «Ecce homo»: dat zijn 2 werken, die Ahriman geschreven heeft niet Nietzsche, maar een ahrimanische geest, in Nietzsche geïncorporeerd.
Daar trad nu Ahriman voor het eerst als schrijver op aarde op. (18)

Friedich Nietzsche

Steiner voorzag, dat datgene wat bij Nietzsche als eerste opgetreden is, tegen het eind van de 20e eeuw, begin 21e eeuw enorm toegenomen zal zijn:

…tegenover de glanzende, schitterende, door de hele 20e eeuw heen optredende werkzaamheid van Ahriman als auteur. Hij zal op de vreemdste plaatsen zijn werken schrijven, ze zullen er echter zijn, deze werken zijn in opkomst, en zijn leerlingen vormt hij al. …….Op alle gebieden zal hij schrijven: schrijven zal hij op het gebied van de filosofie, poëzie, dramatiek, epiek, medicijnen, jurisprudentie, sociologie! Op alle gebieden zal Ahriman schrijven! Dat zal de situatie zijn, die de mensheid tegemoet moet zien tegen het einde van de 20e eeuw. (19)

In een volgend artikel zal ingegaan worden op enkele van deze geschriften (37)
en op de situatie van de cultuur zoals deze aan het einde 20e eeuw, na een eeuw van ahrimanische voorbereidingen, begin 21e eeuw zou kunnen zijn volgens Steiner:

En zou de ontwikkeling maar doorgaan, deze konsekwenties verder uit te werken, we zouden aan het einde van de 20e eeuw aangekomen zijn bij de strijd van allen tegen allen, juist in die gebieden van de aardeontwikkeling waar zich de zogenaamde nieuwere beschaving heeft ontwikkeld. (20)

De mensen kunnen nog zulke mooie toespraken houden, nog zo veel wetenschappelijke vooruitgang geboekt hebben, we zouden staan voor een oorlog van allen tegen allen. We zouden een mensheid zich zien ontwikkelen, die geen sociale instincten meer heeft, maar des te meer zou spreken over sociale dingen. (20)

We zien dat de inzichten over een -oorlog van allen tegen allen- sinds 1908 door de gebeurtenissen die in gang gezet zijn door de 1e wereldoorlog zeer veel dramatischer geworden zijn. Omstreeks de periode die door de millenniumwisseling gekenmerkt kan worden staat de mensheid voor of op een beslissende drempel.
Steiner heeft het over een spirituele beweging, die een tegenwicht moet leveren tegen het ahrimanische geweld. Deze beweging staat onder de inspiratie van Michaēl, degene die voorheen gezorgd heeft voor de val van de engelen uit de hemelse gewesten op de aarde. (02) De strijd die in de hemel begon, moet nu op aarde onder de mensen voortgezet en ook gewonnen worden. Maar zonder hulp van Christus en diens dienaar Michaēl kan dat niet lukken.

Zodat voor het einde van de 20e eeuw, als de beschaving niet in de volledige decadentie wil terecht komen, op aarde de Platonici van Chartres en de latere Aristotelici moeten samenwerken. (21)

De wereldoorlog met al zijn kwaadaardige bijwerkingen zal slechts het begin van nog meer kwaad zijn. Want de mensheid staat momenteel voor een grote eventualiteit: voor de mogelijkheid of alles in de afgrond te zien vallen, wat civilisatie is, of het door middel van spiritualiteit te verheffen, voort te zetten in de zin van, wat in de Michaēl-impuls, die voor de Christusimpuls staat, ligt. (21)

De strijd van allen tegen allen zal een resultaat zijn van een succesvol ingrijpen van Ahriman in de samenleving:

Maar de technische, de commerciële cultuur heeft niet dit als waarheid, maar dat andere: waar twee of drie in mijn naam kibbelen, strijden en elkaar bevechten willen, daar ben ik midden onder hen. En dat zal steeds meer in het sociale leven binnenkomen. (22)

Dit in tegenstelling tot:
Streven moet de mens ernaar om het woord van Christus te realiseren:Waar twee  in Mijn naam verenigd zijn, ben Ik in hun midden. (23)

Het is hier niet de plaats om in te gaan op de precieze aard van de geestelijke stromingen waarvan verwacht werd dat ze een belangrijke rol zouden moeten spelen bij de redding van de beschaving. (24)
Maar het moge duidelijk zijn dat Steiner daar hoge verwachtingen van had.

Wanneer de spirituele vernieuwing (39), die ook het intellectuele tot in het spirituele kan opheffen, tegen het eind van de 20e eeuw optreedt. Dat dat gebeurt kunnen de mensen van de 20e eeuw zich niet veroorloven te verzuimen! Omdat echter alles heden van de vrije wil afhangt, zo hangt, dat dit optreedt- namelijk, dat de met elkaar verwante partijen kunnen incarneren ten bate van de vernieuwde spiritualisering van de cultuur van de 20e eeuw, ook daarvan af, of de antroposofische vereniging begrijpt, in de ware zin met overgave de antroposofie te onderhouden. (24+25)

De tegenwoordige oorlogscatastrofe (14-18 red.) is nog maar het begin van de vernietigingsprocessen, die als het ware ritmisch zullen gaan optreden, en men zal gaan inzien op welk doel de krachten, die in deze processen werken, afsturen. Het is immers een kinderlijke gedachte om te geloven dat op deze oorlogscatastrofe een duurzame vrede voor de mensheid op met fysieke plan kan volgen. Niets zal dit kunnen bewerkstelligen. (26)

Steiner als profeet van komende gebeurtenissen wordt maar al te vaak onderschat.

Over de rol van de Anglo-Amerikaanse broederschappen is in een vorig artikel al e.e.a. gezegd. (02) Maar we kunnen nog e.e.a. aanvullen:

Als de Anglo-Amerikaanse wereld de wereldheerschappij verwerft zal deze, zonder de driegeleding, cultuurdood en cultuurziekte over de wereld brengen, want deze zijn een gave van Asuras (40), zoals de leugen een gave van Ahriman is en de zelfzucht een gave van Lucifer. Aan deze dingen moet men het enthousiasme ontlenen, dat de vlam zal ontsteken om werkelijk wegen te vinden, om zo veel mogelijk mensen de ogen te openen. Voor degenen die inzicht in dit alles hebben gekregen, is het nu hun taak, de mensheid voor te lichten. Als ik door deze woorden enig gevoel in u heb kunnen opwekken voor de diepe ernst, die vandaag de dag in deze dingen ligt, dan heb ik misschien iets bereikt van wat ik graag zou willen.(27)


In dezelfde voordracht zegt Steiner: Het moet de mensen van de huidige tijd begrijpelijk worden gemaakt hoe het economische leven om zo te zeggen helemaal aan de grond gekluisterd is, ingesponnen door een Anglo-Amerikaans denkpatroon en hoe het alleen maar kan opbloeien, als het in samenspel treedt met de hele wereld, met datgene waarvoor ook andere volken begaafdheden bezitten. (27)


Rudolf Steiner heeft ook gesproken over het verbod op het individuele denken. Dit is inmiddels veel geciteerd, maar het wordt dan ook steeds actueler: het grootste deel van de mensheid zal onder invloed van Amerika, van het westen, staan en zal een andere ontwikkeling tegemoet gaan. Niet lang nadat het jaar 2000 gekomen is, zal niet zozeer een direct verbod, maar toch een soort verbod op al het denken van Amerika uitgaan, een wet die tot doel zal hebben om al het individuele denken te onderdrukken. Met dit perspectief voor ogen moet de geesteswetenschap werkzaam zijn. Er moet net zo lang gezocht worden- en dan zal het gevonden worden- dat er tegen deze tendensen in de wereldontwikkeling voldoende tegenwicht kan bestaan.(28)

Het is inderdaad een vraagstuk of de antroposofische beweging substantieel in staat geweest is om in de ahrimanisch geworden cultuur een factor van betekenis te worden die een tegenwicht kan bieden. Daarover later meer. (37)

Incarnatie.
Nadat in het voorgaande (02) enkele voorbeelden genoemd zijn van ahrimanische incorporaties als voorbereiding op een daarop volgende daadwerkelijke incarnatie,
gaan we nu in op datgene wat Steiner daar in 1919 over gezegd heeft.

Voordat hij concreet op deze incarnatie ingaat, plaatst hij het eerst in het perspectief van 2 andere incarnaties.

In het boekje -Luciferisch verleden en Ahrimanische toekomst- (08) beschrijft Steiner uitgebreid over een incarnatie van Lucifer in een menselijk lichaam in China.

…. Een uiterst belangrijke gebeurtenis, die zich voltrok in het verre Azië in het begin van het derde voorchristelijke millennium. De terugschouwende, helderziende blik vindt daar de incarnatie van een bovenzinnelijk wezen in een mens – evenals bij de doop in de Jordaan een bovenzinnelijk wezen, de Christus, in de mens Jezus van Nazareth is geïncarneerd. Deze incarnatie, die in het begin van het derde millennium voor Christus plaatsvond, en die zelfs met de wetenschap van het schouwen, de inwijdingswetenschap, bijzonder moeilijk te vervolgen is, gaf aan de mensheid iets dat buitengewoon stralend en uitermate ingrijpend was. Eigenlijk was het de oude oerwijsheid, die de mensheid door deze incarnatie ontving.(29).

In feite ziet de terugschouwende, helderziende blik daar een werkelijke mensheidsincarnatie van de luciferische macht. (29).

Detail (Lucifer) uit houtsculptuur mensheidrepresentant

Daarna gaat Steiner in op zowel positieve en negatieve gevolgen daarvan voor de mensheid.

Nu zagen wij, hoe er in het begin van het derde millennium voor Christus een incarnatie van Lucifer is geweest, en hoe ten tijde van het Mysterie van Golgotha de incarnatie van Christus plaatsvond. Op dezelfde wijze zal, enige tijd na ons huidige bestaan (1919 red.) weer ongeveer in het derde, nu onchristelijke millennium het wezen Ahriman in de westelijke mensheid incarneren.Zo wordt de historische ontwikkeling van de mensheid gedurende bijna zesduizend jaar (03) aan de ene pool door een luciferische incarnatie, aan de andere pool door de incarnatie van Ahriman begrensd; in het midden staat de incarnatie van Christus. Slechts in dit licht is het verloop van deze historische ontwikkeling werkelijk te begrijpen.(vet gedrukt  door auteur)Lucifer is die macht, die in de mens alle dweepzieke, valse mystieke krachten oproept, alles wat de mens ertoe wil brengen zich boven zichzelf te verheffen. Hij wil in zekere zin het menselijk bloed fysiologisch chaotiseren, en zo de mens buiten zichzelf plaatsen.Ahriman is de macht, die de mens nuchter, prozaïsch, bekrompen maakt, die hem verstart en tot bijgeloof van het materialisme brengt.Nu is het wezenlijke van het mens-zijn de inspanning om het evenwicht te bewaren tussen de luciferische en de ahrimanische macht. En de Christusimpuls helpt de tegenwoordige mensheid om dit evenwicht te bereiken. (29 ).

Nu zal er naast deze twee incarnaties – de luciferische in oude tijden en de incarnatie van Christus, die de eigenlijke zin van de aarde-ontwikkeling inhoudt – in een niet al te verre toekomst (1919 geschreven, red.) een derde komen. En deze derde incarnatie wordt in wezen al voorbereid door de richting waarin de gebeurtenissen van deze tijd zich bewegen……Wat thans op aarde wordt voorbereid en in een niet te verre toekomst zeker zal gebeuren, is een werkelijke incarnatie van Ahriman. (30).

Bovenstaande beschrijving kan helpen om een onderscheid te maken tussen deze twee wezens, die in de Bijbel Duivel en Satan genoemd worden, maar ook daar niet een en hetzelfde wezen zijn, zoals vaak gedacht word. De naam Ahriman is ontleend aan de benaming Angra Manyu, zoals deze in de vroegperzische literatuur genoemd werd. Een geest van de duisternis. Lucifer is dan een geest van het licht (lichtbrenger), maar van het valse licht.

Rechts Angra Manyu in gevecht met een koning.

Steiner heeft de naam van deze Chinese Lucifer- incarnatie niet genoemd, maar onderzoekers die hun bevindingen gepubliceerd hebben in anthrowiki schrijven over een Chinese keizer met naam Huang Di of de gele keizer, maar de verwijzing daar dat Steiner zelf deze naam genoemd zou hebben is m.i. onterecht. (31)



In het kader van dit artikel is het niet de bedoeling dieper in te gaan op deze luciferische incarnatie. Voor literatuur die dat wel uitvoeriger doet zie verwijzing naar noot ( 32).

Kop van Ahriman door Steiner gemodelleerd 1914

Nu worden dergelijke dingen langdurig voorbereid. Vele tekenen wijzen erop, hoe de ahrimanische machten bezig zijn de mensheid voor te bereiden op de komst van Ahriman. Zij doen dit met een bepaald doel en daarom ook met bepaalde middelen. Zij willen dat de mensheid zich aan Ahriman zal uitleveren, als deze binnen de westerse beschaving zal verschijnen. Want zoals eens Lucifer in China, zoals Christus-Jezus in Voor-Azie in mensengestalte verscheen, zo zal ook Ahriman in mensengestalte verschijnen binnen de westerse beschaving – die dan nauwelijks meer zal lijken op de beschaving zoals wij die kennen. (1919 red.)
Het is zinloos zich over deze dingen illusies te maken, Ahriman zal in mensengestalte verschijnen. Van belang is slechts, hoe hij de mensen aantreft, op welke wijze zij op zijn komst zijn voorbereid. En dan zijn er twee mogelijkheden; of de hele mensheid zal, dankzij zijn eigen voorbereidingen, hem volgen, ofwel zij zal hem kunnen weerstaan. Nogmaals, het heeft geen zin in deze tijd geen zin, zich wat deze dingen betreft aan illusies over te geven. In zekere zin vluchten de mensen tegenwoordig voor de waarheid. Als men hen de waarheid in onverhulde vorm zou geven, zouden zij haar beschimpen en belachelijk maken. Maar ook als men hen de waarheid brengt in de vorm van bijvoorbeeld de driegeleding van het sociale organisme aanvaardt de grote massa haar niet. En juist dit fenomeen, het niet-willen-aanvaarden, is een van de middelen die de ahrimanische machten kunnen gebruiken. Ahriman gebruikt het om als hij op aarde verschijnt, de grootst mogelijke aanhang te krijgen. Hoe meer de mensen aan de grote waarheden voorbijgaan, des te vruchtbaarder zal Ahrimans incarnatie kunnen zijn.(29)

Maar dan zal er echter een tijd komen, waar net zo als in het oosten Lucifer zich in een aardse persoonlijkheid eenmaal belichaamd heeft om juist het christendom voor te bereiden bij de heidenen, er in het westen ook net zo de aardse belichaming van Ahriman zich  zal voltrekken. Deze tijd gaan we tegemoet. Objectief gezien zal Ahriman op de aarde lopen. Zo waar als Lucifer gelopen heeft en Christus gelopen heeft, objectief als een mens, zal Ahriman in het bezit van ongehoorde aardse verstandskrachten op de aarde lopen. Wij mensen hebben niet de opgave, de incarnatie van Ahriman te verhinderen, maar we hebben de opgave, de mensheid zo voor te bereiden dat Ahriman op de goede manier ingeschat wordt. Want Ahriman zal zijn verantwoordelijkheden hebben, hij zal het een en het andere moeten doen, maar de mensen zullen op de juiste manier moeten beoordelen en gebruiken wat door Ahriman in de wereld komt. Dat zullen ze alleen maar kunnen als ze nu op de juiste manier kunnen inspelen op datgene wat Ahriman nu al vanuit de andere wereld naar de aarde stuurt, zodat hij eenmaal op aarde kan optreden. Dat mag niet gebeuren. Ahriman mag niet op aarde zo werken, dat hij niet opgemerkt wordt; men moet hem in zijn eigenaardigheid volledig herkennen, men moet hem met vol bewustzijn tegemoet kunnen treden. (34)

Een probleem kan nog opduiken bij de interpretatie van het woord incarnatie.
Mensen re-ïncarneren, na een voorbereidingstijd in het voorgeboortelijke en nadat ze eerder belichaamd zijn, verenigt hun spirituele kern zich opnieuw met een fysiek menselijk lichaam dat door een ouderpaar ter beschikking wordt gesteld.
Bij dat reïncarnatieproces zijn allerlei geestelijke wezens betrokken en de gereïncarneerde mens bestaat tenslotte ook uit meerdere wezensdelen.
Bij de incarnatie van bovengenoemde geestelijke wezens (Lucifer, Christus, Ahriman) is het anders, de incarnatie is eenmalig in tegenstelling tot de herhaalde menselijke reïncarnatie. Ook betreft het hier geen menselijke geesten, doch geesten uit hogere engelenhiërarchieën en zelfs nog daarboven uit (Christus).
Steiner heeft de incarnatie van Christus zeer uitvoerig beschreven; (35) over de voorbereidingen in het fysieke voorgeslacht (het verhaal van de stamboom van de 2 Jezuskinderen, voorchristelijke offers, Adam en grote ingewijden die erbij betrokken zijn zoals Zarathoestra, Boeddha, Krishna, Johannes, Michaēl en wezens o.a. uit de hiërarchie der Elohim.) E.e.a. culmineert in de doop in de Jordaan, waar de god Christus zich met de mens Jezus verbindt (die dan 30 jaar oud is) als Christoforus, als Christusontvanger.
Dit proces vindt een voortzetting in de daaropvolgende 3 jaar, culminerend in het mysterie van Golgotha.
Van de incarnatie van Lucifer vernemen we (08) dat deze ongeveer in het 40e levensjaar van de mens die zijn drager werd plaatsvond.
Van de incarnatie van Ahriman mogen we ook verwachten, dat deze nog niet volledig plaatsvindt bij de geboorte maar ook op latere leeftijd, bijv. het 30e of 33e levensjaar. Als in het profetische verhaal van Solowjow de hoofdpersoon een soort inwijding ontvangt bij een afgrond, dan is dat omstreeks dezelfde leeftijd en pas als de tijd er rijp voor is. (36)
Maar een dergelijke incarnatie als die van Ahriman wordt net zo goed ook langdurig voorbereid. Zowel op het vlak van de maatschappelijke structuur als op het vlak van de lichamelijkheid en de daarbij behorende wezensdelen moet er voorwerk verricht worden, door een keur aan geestelijke wezens.

In een volgend artikel (37) zal ingegaan worden op Ahrimans voorbereiding en de hulpmiddelen om de infrastructuur gereed te maken voor de triomf van zijn komende incarnatie.


Verwijzingen en noten.

Als er onderstaand naar een boek van Rudolf Steiner verwezen wordt, gebeurt dat aldus:
GA177 14-10-1917, wat dan betekent: in de Gesamt Ausgabe van de Rudolf Steiner Verlag Dornach Schweiz, is dit nummer 177 en wel de voordracht van 14 oktober 1917.
Eventuele Nederlandse vertalingen zijn hier te vinden:

alle schuin geplaatste tekst in dit artikel is citaat.

01. Apokalyps nu, zomer 2011- de triomf van Ahrimans komende incarnatie (deel 1)
02. Apokalyps nu, oktober 2010- Christus en de tegenstrevende machten.
03. in het boekje van Hans Peter van Manen – wanneer verwachtte Rudolf Steiner de incarnatie van Ahriman (Perun Boeken ISBN:978-90-76921-18-1)  is er een samenvatting gegeven van een aantal van deze voorwaarden, in een derde deel van dit artikel, zal e.e.a. Nog iets nader uitgewerkt worden
04. Voor een beschrijving van het roofkapitalisme zie: de Shock Doctrine van Naomi Klein (ISBN 978 90 445 1573 2).
05. Mammon in de Bijbel de (af)god van het geld: Evangelie volgens Matteüs 6:24: "Niemand kan twee heren dienen: hij zal het eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan het ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon." Naast de genoemde tekst staat het woord nog in Lucas 16: 9, 11 en 13.
06.GA 177 die spirituellen Hintergruende der ausseren Welt, Der Sturz der Geister der Finsternis 1917
07. GA 178 Individuelle Geistwesen und ihr Wirken in der Seele des Menschen 1917
08. Luciferisch verleden Ahrimanische toekomst, Vrij Geestesleven ISBN 90 6038 108.4
09. Diverse banden uit: Esoterische Betrachtungen Karmischer Zusammenhaenge GA 235~240,
In Nederlandse vertaling zie bovenstaande link naar Christofoor
10.GA346, -Apokalyps en priesterschap- (onlangs in Nederlandse vertaling uitgekomen
ISBN:  9789060385500 Christofoor- Werken en voordrachten.)
11. GA 26 Anthroposophische Leitsätze. Der Erkenntnisweg der Anthroposophie – Das Michaēl-
Mysterium (1924/1925)
12. Thema incarnatie van Ahriman van andere auteurs: zie de bijlage van het in noot 3 genoemde boek van van Manen met aan het slot een samengesteld overzicht door Paul Heldens.
14. GA 237 03-08-1924 zie noot 09
15. GA 237 04-08-1924 1924 zie noot 09
16. GA 178 16-11-1917 zie noot 07
17. GA 260a-1924-1925 Die Konstitution der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft…
18. GA 237 08-08-1924 zie noot 09
19. GA 240 20-07-1924 zie noot 09
20. GA 206 06-8-1921 Menschenwerden, Weltenseele und Weltengeist
21. GA 240 27-8-1924 zie noot 09
22. GA 177 6-10-1917 zie noot 06
23. Mattheüs 18:20,
24. Over deze geestelijke stromingen heeft Hans Peter van Manen geschreven in het boek: Christussucher und Michaēldiener –ISBN 3-7235-0291-1 en Malte Diekmann in het boek: der Kreis der Mysterienstrōmungen – ISBN 3-935492-00-6 Verlag am Michaēelshof25. GA 240 18-07-1924 zie noot 09
26. GA 193 04-11-1919 zie noot 08
27. GA 194 15-12-1919 de opdracht van Michaēl als leidende geest van onze tijd.
28. GA 167 0-04-1916 Gegenwaertiges und Vergangenes im Menschenleben
29. GA 193 27-10-1919. Zie noot 08
30. GA 193 01-11-1919. Zie noot 08
32. Luzifer, Facetten eines verfuehrers- Urachhaus Verlag ISBN 3-8251-7063-2
33. GA 191 1-11-1919? Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis
34. GA 195 28-12-1919 Weltsilvester und Neujahrsgedanken
35. Steiner heeft verspreid over zijn levenswerk veel mededelingen gedaan over het incarnatieproces van Christus , eigenlijk te veel om hier op te noemen. Maar Emil Bock heeft in diverse boeken e.e.a. verzameld. Daarvan noem ik er hier slechts 2: Tussen Betlehem en Jordaan en  Van de Jordaan tot Golgotha, beiden uitgeverij Christofoor. In de bronvermeldingen van deze boeken is weer verwezen naar allerlei andere bronnen.
De schrijver Oskar Kürten, heeft dit thema zeer uitvoerig uitgediept in de volgende boeken:
-Der Sonnengeist Christus
-Der Sohnesgott, der Logos und die Trinitaet
-Jesus von Nazareth, en
Der Mernschensohn und der kosmische Christus, allen Verlag Die Pforte Basel
36. . Apokalyps nu zomer 2011 voorjaar en zomer –korte vertelling van de Antichrist van Solowjow. 2 delen
37. De triomf van Ahrimans komende incarnatie (deel 3), voorjaar 2012.
38. Oorlog van allen tegen allen door Steiner in 1908 aldus beschreven:

Zo zal het ”ik” de belofte zijn voor het hoogste doel van de mensen.(Duits: So wird das Ich das Unterpfand sein des höchsten Zieles des Menschen. )
 Maar zo is het echter tegelijkertijd, wanneer het de liefde niet vindt, wanneer het zich verhardt, de verleider, die hem in de afgrond stort. Dan is het datgene, wat de mensen van elkaar scheidt, wat ze oproept tot de grote oorlog van allen tegen allen, niet alleen tot de oorlog van volken tegen volken, want het volksbegrip zal dan helemaal niet meer de betekenis hebben, die dit heden heeft, maar tot oorlog van de individuen tegen de individuen op de meest uiteenlopende gebieden van het leven, tot oorlog van de standen tegen de standen, de kasten tegen de kasten, de geslachten tegen de geslachten. Op alle gebieden van het leven zal het ”ik” tot twistappel worden, en daarom kunnen we zeggen, dat het “ik” enerzijds tot het hoogste en anderzijds tot het diepste kan voeren, daarom is het een scherp tweezijdig snijdend zwaard.(GA 104 25-06-1908)

M.a.w. als alle mensen egoïsten zijn en dat tegenover elkaar laten gelden, dan is er zo'n strijd....

39.  De spirituele vernieuwing waarover Steiner spreekt en die zo broodnodig is om een heerschappij van Ahriman het hoofd (en hart) te kunnen bieden, zal in het kader van een apart artikel over het jaar 2012 en de Maya voorspellingen later nog aan de orde komen.
40. Voor het verschil en overeenkomst tussen ahrimanische en asurische wezens, zie noot 37



Kees Kromme
Met dank aan het correctiewerk van Anneke……..

NB er wordt voorzichtig gedacht aan het bundelen van deze reeks artikelen in een boekje, nadat deze in apo nu verschenen zijn;
  • Het grootste geheim van ons tijdperk
  • Christus en de tegenstrevende machten
  • De triomf van Ahrimans komende incarnatie (1)
  • De triomf van Ahrimans komende incarnatie (2)
  • De triomf van Ahrimans komende incarnatie (3) (37)
  • Het jaar 2012, de Maya kalender en de verwachting van een nieuw spiritueel tijdperk (39)
  • N.t.b.
Mochten er lezers zijn, die i.v.m. het bovenstaande voorstellen hebben tot verbetering of aanvullingen van genoemde artikelen, ze kunnen de auteur mailen kees.kromme@kpnmail.nl

artikelen van andere auteurs:







terug naar inhoudsopgave